Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding
- tegen de niet verschenen Blue Milano is geen verstek verleend
- tegen de niet verschenen [gedaagde 3] is verstek verleend
- de conclusie voor alle weren van [gedaagde 2]
- de conclusie van antwoord in het eerste bevoegdheidsincident
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van C14
- de conclusie van antwoord in het tweede bevoegdheidsincident
- de akte houdende overlegging productie van [eiseres 2]
- de akte uitlaten producties van C14
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid en voorwaardelijke conclusie van antwoord van [gedaagde 4]
- de conclusie van antwoord in het derde bevoegdheidsincident.
2.De feiten
“Interior design, Art Direction and Supply Chain Management of the Interior of the VIP-Building and the Spyder-Building; monitoring uniformity and identity of store layout of shops of South Stand”.Deze opdracht heeft betrekking op het nieuwe stadion van [eiseres 2] : de [eiseres 2] International Arena (hierna: het stadion) te [woonplaats] .
“The Court of Milan shall have sole jurisdiction over any dispute or litigation.”
“sound absorbing ceiling panels for interior spaces + external covering panels”voor het van het stadion deel uitmakende VIP- en Spidergebouw.
3.De vordering in de hoofdzaak
- Blue Milano, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en C14 hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.183.342,11 + PM, vermeerderd met rente,
- [gedaagde 4] te gebieden om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis aan [eiseres 2] ten behoeve van het plafond van het VIP-gebouw panelen te leveren zonder gebreken, op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 per dag indien [gedaagde 4] niet aan dit gebod voldoet,
- Voor recht te verklaren dat [gedaagde 4] uit hoofde van wanprestatie althans onrechtmatige daad jegens [eiseres 2] aansprakelijk is, met veroordeling van [gedaagde 4] tot vergoeding van de dientengevolge door [eiseres 2] geleden schade, nader op te maken bij staat,
- C14 te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis een bedrag van € 126.630,92 aan [eiseres 2] terug te betalen, vermeerderd met rente,
- Blue Milano, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en C14 hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van € 6.775,00,
- Blue Milano, [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en C14 hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten.
- De vorderingen van [eiseres 2] jegens [gedaagde 2] zijn gebaseerd op onrechtmatige daad. Het vermeende schadebrengende feit (met name het handelen van [gedaagde 2] (en [gedaagde 3] ) als bestuurders van Blue Milano) heeft zich voorgedaan in Italië, waar Blue Milano haar zetel heeft. [gedaagde 2] verwijst naar het arrest van het Europese Hof van Justitie (HvJEU) van 10 september 2015 in de zaak C-47/14 (Ferho/Spies von Büllesheim). [gedaagde 2] heeft zijn functies als bestuurder van Blue Milano verricht in Italië, de zetel van Blue Milano. Daarom kan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter niet op basis van artikel 7 lid 3 Herschikte EEX-Vo ontstaan. Dat [eiseres 2] vanwege de vermeende onrechtmatige daad van [gedaagde 2] economische schade stelt te hebben geleden in Nederland is onvoldoende om de bevoegdheid van de Nederlandse rechter te rechtvaardigen. [gedaagde 2] verwijst naar het arrest van het HvJEU van 16 juni 2016 in de zaak C-12/15 (Universal Music/Schilling c.s.)
- De door [eiseres 2] als onrechtmatig beschouwde handelingen van [gedaagde 2] (voor zover aanwezig) zijn in Italië strafbaar. Op basis van artikel 7 lid 1 sub 3 Herschikte EEX-Vo is de Italiaanse rechter degene die kennis kan nemen van een vordering tot vergoeding van schade als gevolg van het strafbare feit. Het voorgaande leidt ertoe dat de bevoegdheid van de Nederlandse rechter geen basis kan vinden in artikel 7 Herschikte EEX-Vo.
“Indien de schulden de in de vennootschap aanwezige baten overtreffen, dan dient overigens ook in Italië het faillissement van de vennootschap te worden aangevraagd. Het is het bestuur alsdan niet toegestaan om een besluit tot liquidatie te nemen”.Deze stelling betekent dat [gedaagde 2] , als bestuurder van Blue Milano, in de ogen van [eiseres 2] een ongeldig besluit zou hebben genomen. Artikel 24 Herschikte EEX-Vo bepaalt het volgende:
“Ongeacht de woonplaats zijn bij uitsluiting bevoegd: …
“The Court of Milan shall have sole jurisdiction over any dispute or litigation.”[eiseres 2] betwist dat dit forumkeuzebeding geldig is overeengekomen. Volgens [eiseres 2] heeft C14 uit hoofde van overeenkomst 1 architectenwerkzaamheden verricht, terwijl zij niet bevoegd was dergelijke werkzaamheden te verrichten. Weliswaar betwist C14 dat zij architectenwerkzaamheden heeft verricht, maar dat standpunt is volgens [eiseres 2] onjuist. [eiseres 2] verwijst naar de door haar als productie 42 overgelegde legal opinion van prof. Schiano di Pepe en prof. Afferni. Uit die legal opinion blijkt volgens [eiseres 2] dat overeenkomst 1, daar waar het de architectenwerkzaamheden betreft, in strijd is met de Italiaanse rechtsorde. [eiseres 2] stelt zich op het standpunt dat overeenkomst 1 daarom nietig is en dat op grond van artikel 25 lid 1 Herschikte EEX-Vo de bevoegdheid van de aangewezen rechter is vervallen. De nietigheid van de overeenkomst heeft volgens [eiseres 2] ‘ex tunc’ werking. Daaruit volgt volgens [eiseres 2] dat er nooit overeenstemming over de forumkeuze heeft bestaan.
zoals in het onderhavigegeval) aangemerkt wordt als een beding dat los staat van de overige bepalingen van de overeenkomst en dat de geldigheid van het forumkeuzebeding niet kan worden bestreden op grond van het enkele feit dat de overeenkomst niet geldig is.
‘Sole jurisdiction’betekent immers ‘exclusieve rechtsmacht’. [eiseres 2] stelt niets op grond waarvan deze bewoordingen anders zouden moeten worden uitgelegd. Dat betekent dat alleen de rechter te Milaan bevoegd is en dat alle andere rechters, waaronder deze rechtbank zijn uitgesloten om kennis te nemen van de uit overeenkomst 1 voortvloeiende geschillen. Dit betekent ook dat de Nederlandse rechter geen bevoegdheid kan ontlenen aan de Herschikte EEX-Vo.
7.De beslissing
10 mei 2017voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 2] ,
10 mei 2017voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 4] .