Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
culpain de tenlastelegging onvoldoende is onderbouwd, enerzijds omdat de in voornoemde Brancherichtlijn vermelde snelheid geen wettelijk voorschrift is en anderzijds omdat verdachte als voorrangsvoertuig geen gevolg hoefde te geven aan het rode verkeerslicht.
recht voor ons zou zitten. [getuige 2] zei: ‘Gas erop’. Het eerste wat ik dan weer weet is dat ik een klap voelde”. [11] Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij zich niet meer herinnert of [getuige 2] dit letterlijk zo heeft gezegd, maar dat [getuige 2] wel woorden van een dergelijke strekking heeft gesproken.
de politieauto met volle vaart op deze auto klapte”. Hij zag dat “
de politieauto hierdoor werd gelanceerd en schuin door de lucht vloog. De politie auto klapte een aantal meter verder tegen de lantaarnpaal/verkeerslichten”. [16]
Wij zijn van de Vlijmenseweg, bij de kruising bij het ziekenhuis, de Vlijmenseweg gevolgd in de richting van de Oude Vlijmenseweg. Op het moment dat wij ter hoogte van het ziekenhuis reden voerden wij de optische en geluidssignalen”. [17]
met blauw knipperende lampen en de sirene aan”. [19]
1. Inleiding
2. Wet- en regelgeving
Wanneer een motorvoertuig optische en geluidssignalen gebruikt, wordt het automatisch een voorrangsvoertuig. Bestuurders van voorrangsvoertuigen, zoals gedefinieerd in artikel 1, RVV’90 hebben op basis van artikel 91 van datzelfde reglement de bevoegdheid af te wijken van alle voorschriften van het RVV’90 voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. Daarbij mag echter het verkeer niet in gevaar worden gebracht of onnodig worden gehinderd (artikel 5 WVW 1994).
6. Toestemming en voeren optische en geluidssignalen
Het gebruik van de signalen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de centralist van de meldkamer. Deze verleent slechts toestemming indien er sprake is van een dringende taak. De verleende toestemming wordt geregistreerd.
8. Gedragscode bestuurder voertuigen
We hebben diverse spraakaanvragen gedaan richting de meldkamer. Hier kregen wij geen antwoord op. We kwamen er niet tussendoor.” [22]
kneuzingheeft opgelopen aan de rechterhand en rechterheup. In een brief van de verzekeringsarts en in de verklaringen van het slachtoffer zelf wordt ook gesproken van een
breukin de hand, handwortel of vinger, maar dit betreft informatie die het slachtoffer zelf heeft gemeld. Medische informatie waaruit blijkt dat artsen op basis van medisch onderzoek hebben vastgesteld dat sprake is geweest van een breuk in de hand, ontbreekt. De rechtbank acht een breuk dan ook niet bewezen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht
Taakstrafvoor de duur van
80 urensubsidiair 40 dagen hechtenis
Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen(bromfietsen daaronder begrepen) voor de duur van
6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren