Op 20 maart 2017 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting en diefstal met braak. De verkrachting vond plaats op 6 mei 2012 in Eindhoven, waar de verdachte het slachtoffer in de voor de nachtrust bestemde tijd heeft vastgepakt, van haar fiets heeft getrokken en in de bosjes heeft geduwd, waarna hij haar heeft verkracht. Het bewijs voor deze verkrachting werd geleverd door DNA-onderzoek, waarbij het DNA van de verdachte matchte met het sperma dat bij het slachtoffer was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen waren.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van diefstal met braak uit een auto in de periode van 12 tot 15 oktober 2007, waarbij een zonnebril en een DVD-speler werden weggenomen. Ook hier werd DNA-bewijs gepresenteerd dat de verdachte verbond aan de plaats delict. De rechtbank achtte ook dit feit bewezen.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan het slachtoffer van de verkrachting en gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij van de diefstal. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte.