Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling d.d. 16 februari 2017.
2.De beoordeling
- het fluitsignaal voor het einde van de wedstrijd had reeds geklonken en verschillende deelnemers waren bezig de ijsbaan te verlaten of hadden de ijsbaan reeds verlaten;
- [verzoeker] was bezig de ijsbaan te verlaten en nam geen deel meer aan het spel;
- [verzoeker] had de plastic bal reeds uitgetrokken en droeg geen bescherming meer, hetgeen voor [verweerder] kenbaar was;
- [verweerder] heeft [verzoeker] opzettelijk in de rug geduwd, hetgeen [verzoeker] niet aan heeft zien (kunnen) komen;
- [verweerder] droeg ten tijde van de duw wel nog de plastic bal, waarvan het extra verende effect op [verzoeker] [verweerder] gelet het eerder gespeelde spel bekend was.
met behoorlijke snelheid op [verzoeker] inbeukte’, ‘
vol in zijn rug gelopen werd’ en ‘
vol in zijn rug werd geraakt’zijn naar het oordeel van de rechtbank onverenigbaar met deze door [verweerder] gebruikte kwalificatie. Dat de exacte snelheid van de duw niet vaststaat, zoals [verweerder] bij monde van zijn advocaat ter comparitie nog heeft opgemerkt, oordeelt de rechtbank mede gelet op het hiervoor genoemde criterium voor de aansprakelijkheidsvraag niet van belang. De rechtbank oordeelt evenmin van belang de stelling van [verweerder] dat er door het verhuurbedrijf van de ballen, [naam verhuurder] , of door anderen nauwelijks instructies waren gegeven of spelregels uiteen waren gezet. Nog daargelaten dat [verzoeker] deze stelling heeft betwist, heeft [verweerder] niet aangegeven welke specifieke instructies volgens hem hadden moeten worden gegeven en waarom het ongeval, als gevolg van een bewuste gedraging van [verweerder] , daardoor had kunnen worden voorkomen. Aan deze stelling gaat de rechtbank daarom voorbij.