Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
- van (een) voorwerp(en), te weten een of meer geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 349.014,54 euro), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, althans heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op (een) voorwerp(en) was of wie bovenomschreven voorwerp(en), te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), voorhanden had, terwijl hij wist dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit misdrijf, en/of
- heeft hij, verdachte bovenomschreven geldbedrag(en) (in totaal ongeveer € 349.014,54) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van bovenomschreven geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven geldbedrag(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig misdrijf
dossiermap 23
De formele voorvragen.
-beginsel dient in elke zaak een keuze gemaakt te worden tussen één van beide stelsels. In deze aanwijzing zijn diverse uitzonderingen gemaakt. Een van deze uitzonderingen (uitzondering 2) is dat een strafrechtelijke afdoening kan plaatsvinden als er sprake is van een combinatie van sociale zekerheidsfraude met een of meer (andersoortige) strafbare feiten.
Vrijspraak ten aanzien van feit 3.
Bewijs
Ten aanzien van feit 1.
Ten aanzien van feit 2.
Ten aanzien van feit 4.
Ten aanzien van feit 5.
De bewezenverklaring.
- van voorwerpen, te weten geldbedragen heeft verhuld wie de rechthebbende op deze voorwerpen was terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en
- geldbedragen voorhanden heeft gehad en omgezet, terwijl hij wist dat deze – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf,
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van het voorarrest overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partijen in hun vorderingen.
geenrekening gehouden met de ad informandum gevoegde feiten, vermeld op de dagvaarding. Ter terechtzitting heeft de verdediging aangegeven dat deze feiten niet kunnen worden meegenomen bij de afdoening van deze zaak.