ECLI:NL:RBOBR:2017:1456

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 maart 2017
Publicatiedatum
15 maart 2017
Zaaknummer
C-01-294315 - HA ZA 15-401
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke geschil over vertaling van Duits liedje en de rechten van de vertaler

In deze zaak heeft eiser, een vertaler, een Nederlandse vertaling gemaakt van een Duits liedje met toestemming van de rechthebbenden. Echter, de rechthebbenden hebben eiser meegedeeld dat hij niet zal meedelen in de opbrengsten van het lied. Eiser vordert erkenning van zijn auteursrecht op de vertaling en stelt dat hij recht heeft op naamsvermelding. De rechtbank oordeelt dat eiser geen recht kan doen gelden op een eigen auteursrecht, omdat de rechthebbenden hem expliciet hebben geïnformeerd dat hij geen aanspraak kan maken op de opbrengsten. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af, omdat hij zijn auteursrechten heeft overgedragen aan Buma en Stemra, en er geen sprake is van inbreuk op zijn auteursrecht. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/294315 / HA ZA 15-401
Vonnis van 1 maart 2017
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. J.J.M. Goltstein te Kerkrade,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. M. Bunders te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden sub 1-4] genoemd worden. Gedaagden zullen afzonderlijk respectievelijk [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 23 december 2015
  • het proces-verbaal van comparitie van 27 september 2016.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft een Nederlandse vertaling gemaakt van de Duitstalige tekst van het muziekwerk
“ [naam lied] ”, van welk lied de muziek is gecomponeerd door de heer [naam componist] en de tekst is geschreven door de heer [naam tekstschrijver] (hierna: [naam tekstschrijver] ) onder het pseudoniem [naam pseudoniem] .
2.2.
[eiser] is van 1 januari 2010 tot 1 januari 2016 aangesloten geweest bij de auteursrechtenorganisaties Buma en Stemra en heeft in verband daarmee exploitatiecontracten A (auteur) met Buma respectievelijk Stemra gesloten. Deze contracten voorzien in een overdracht van het auteursrecht.
2.3.
Het lied
“ [naam lied] ”is uitgegeven door Universal Music Publishing (hierna: Universal). Universal en de Duitse auteurs van het lied zijn aangesloten bij de Duitse auteursrechtenorganisatie GEMA, een zusterorganisatie van de Buma/Stemra.
2.4.
Op 23 december 2009 is het door [eiser] vertaalde lied met de titel “ [naam lied] ” openbaar gemaakt via YouTube in een uitvoering van de band de [naam band] , van welke band [eiser] de zanger is.
2.5.
[gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] vormen samen het “feestduo” de [naam feestduo] . Zij worden hierna samen ook de [naam feestduo] genoemd.
2.6.
[gedaagde sub 1] heeft voor haar rekening en risico een opname vervaardigd van een studio-uitvoering door de [naam feestduo] van het muziekwerk
“ [naam lied] ”(compositie met tekst). [gedaagde sub 4] is bij het maken van deze opname als producer behulpzaam geweest. [gedaagde sub 1] heeft de opname vervolgens geëxploiteerd door middel van reproducties daarvan (CD’s en andere geluidsdragers).
2.7.
Bij e-mailbericht van 11 januari 2010 (productie 7 bij dagvaarding) heeft [eiser] de [naam feestduo] erop gewezen dat hij het auteursrecht op de tekst heeft en dat hij op de CD- cover van de [naam feestduo] niet wordt vermeld als tekstschrijver van de Nederlandstalige tekst. [eiser] schrijft daarbij:
“Door het niet benoemen van mijn naam berokkent u mij schade m.b.t. de gelden die ik hiervoor zou ontvangen middels het auteursrecht, …”
2.8.
Op 13 januari 2010 hebben de [naam feestduo] de liedtekst met de titel
“ [naam lied] )”op YouTube openbaar gemaakt. De Nederlandse bewerking zou zijn gedaan door [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] (productie 11 bij dagvaarding).
2.9.
Bij e-mailbericht van 14 januari 2010 (productie 3 bij dagvaarding) heeft [eiser] aan [naam tekstschrijver] het volgende geschreven:
“Genau wie Sie schreibe auch ich Texte aber dann Hollandische Texte in den Niederlande und bin als Texter beim Buma/Stemra angemeldet. Sie sind der Schreiber des Textes : [naam lied] . Meine Frage bezueglich dies ist jetzt folgendes, ob ich von Ihnen die Genehmigung erhalte, wegen Autorisationsrechtes beim Hollandischen Buma/Stemra, und auf Ihren Text einen Hollandische Text oder Ubersetzung schreiben darf, und diese Hollandische Version unter meinen Namen anmelden und auf CD ausbringen darf. Natuerlich werden auch Sie als Original Texter auf diese Cd’s erwaehnt, damit Sie natuerlich das Urheberecht des Textes erhalten.”
2.10.
Op genoemd e-mailbericht heeft [naam tekstschrijver] het volgende geantwoord:
“ich habe nichts dagegen, bitte Sie aber, sich mit der Anfrage offiziell an den Universal-Verlag als Rechteinhaber zu wenden:( [emailadres] )
2.11.
[eiser] heeft zich vervolgens op 14 januari 2010 gewend tot [medewerker Universal 1] met de volgende vraag:
“Genau wie der Herr [naam tekstschrijver] schreibe auch ich Texte aber dann Hollandische Texte in den Niederlande und bin als Texter beim Buma/Stemra angemeldet. Der Herr [naam tekstschrijver] ist Autor : [naam lied] . Meine Frage bezueglich dies ist jetzt folgendes, ob ich von Ihnen die Genehmigung erhalte, wegen Autorisationsrechtes beim Hollandischen Buma/Stemra, und auf diesen Text einen Hollandische Text oder Ubersetzung schreiben darf, und diese Hollandische Version unter meinen Namen anmelden und auf CD ausbringen darf. Natuerlich wird auch der Original Texter auf diese Cd’s erwaehnt, damit Sie natuerlich das Urheberecht des Textes erhalten.”(productie 3 bij dagvaarding).
2.12.
Bij e-mailbericht van 18 januari 2010 (productie 3 bij dagvaarding) heeft mevrouw [medewerker Universal 2] van Universal ( [emailadres] ) (hierna: [medewerker Universal 2] ) onder meer het volgende geantwoord op de vraag van [eiser] aan [medewerker Universal 1] :
“danke für Ihre Anfrage und es freut uns sehr, dass Sie den Titel “ [naam lied] ”bearbeiten möchten. Um Ihnen eine Genehmigung erteilen zu können, würden wir den holländischen Text benötigen bzw. evt. auch eine englische Rückübersetzung … Eine Beteiligung kann ich aber leider ausschließen!”
2.13.
Bij e-mailbericht van 19 januari 2010 heeft [eiser] daarop als volgt gereageerd:
“(…) Als Letztes habe ich die Frage, ob si emir erklaeren koennten was Sie genau meinen mit, Eine Beteiligung kann ich aber leider ausschließen. (…)”
2.14.
Daarop heeft [medewerker Universal 2] het volgende geantwoord (e-mail van 26 januari 2010):
“Die richtigen Copyright Angaben wären wie folgt:
Music by [naam componist]
Lyrics by [naam pseudoniem]
Publisher: Ed. Open Ears Germany
Subpublisher NL: Universal Music Publ. B.V.”
2.15.
In reactie daarop (e-mail van diezelfde datum) heeft [eiser] nog gevraagd:
“Darf ich mir bei Ihre Angaben dazu schreiben als Texter der Hollandische Version?”,waarop [medewerker Universal 2] heeft geantwoord dat dat akkoord was.
2.16.
[eiser] heeft omstreeks juni 2010 het werk
“ [naam lied] )”voorlopig aangemeld bij Buma/Stemra (producties bij spreekaantekeningen van mr. Goltstein ten behoeve van de comparitie van partijen). Deze aanmelding heeft niet geleid tot een rechtsgeldige aanmelding in de zin van artikel 5 lid 1 van het Repartitiereglement.
2.17.
Bij e-mailbericht van 18 oktober 2011 aan [eiser] (productie 2 bij conclusie van antwoord) heeft [medewerker Universal 2] het volgende geschreven betreffende
“ [naam lied] ”:
“nach Rücksprache mit unserem Büro in den Niederlanden ( [naam medewerker nederlands bureau] ) wurde das Werk von den [naam feestduo] richtig auf der Label Copy angegeben und bei der Verwertungsgesellschaft angemeldet. [naam medewerker nederlands bureau] sieht hier kein Problem. Laut Ihr ist diese Genehmigung ohne Beteiligung in Ordnung. Ich hatte dazu auch nochmal mit meinem Chef gesprochen. Leider können wir Ihnen hier keine Beteiligung genehmigen. …”
2.18.
Bij e-mailbericht van 24 augustus 2012 (productie 20 bij dagvaarding) heeft [naam medewerker Universal 3] namens Universal aan de heer [medewerker bij gedaagde sub 1] (e-mailadres [emailadres] ) het volgende geschreven:
“De claim van Dhr. [eiser] is niet terecht. Hij heeft een geautoriseerde vertaling gemaakt van [naam lied] , op deze vertaling berust echter geen auteursrecht, deze zijn bij goedkeuring voor 100% bij de originele rechthebbenden gebleven.”
2.19.
Het hiervoor onder 2.18. weergegeven e-mailbericht is op 17 maart 2015 doorgestuurd aan de toenmalige advocaat van [eiser] . De heer [medewerker bij gedaagde sub 1] heeft daarbij onder meer het volgende geschreven (productie 20 bij dagvaarding):
“De heer [eiser] heeft inderdaad een Nederlandse vertaling gemaakt op het Duitse lied “ [naam lied] ”. Rechten hierop heeft de heer [eiser] echter niet. Zie ook bijgaande mail namens de officiële rechthebbende: Universal Music.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert samengevat –
voor recht te verklaren dat [gedaagden sub 1-4] met het verveelvoudigen en openbaar maken van het muziekwerk
“ [naam lied] ”inbreuk maken op de auteursrechten van [eiser] op het muziekwerk genaamd
“ [naam lied] ”,
[gedaagden sub 1-4] te veroordelen om de winst die zij hebben genoten ten gevolge van de inbreuk op het aan [eiser] toekomende auteursrecht met betrekking tot het muziekwerk genaamd
“ [naam lied] ”aan [eiser] af te dragen, vermeerderd met rente,
[gedaagden sub 1-4] te bevelen om iedere verdere inbreuk op de auteursrechten van [eiser] te staken en gestaakt te houden,
[gedaagde sub 1] te bevelen om op eigen kosten op de voorpagina van haar website ( [websitedomein] ) een tekst te plaatsen waaruit blijkt dat de rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde sub 1] door de verhandeling en verkoop van het muziekwerk
“ [naam lied] ”inbreuk heeft gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van [eiser] ,
[gedaagde sub 1] te bevelen om alle werken waarop het muzieknummer
“ [naam lied] ”staat bij alle verkooppunten terug te halen door het versturen van een brief met de in de dagvaarding vermelde inhoud,
[gedaagden sub 1-4] te bevelen om alle geretourneerde werken met het nummer
“ [naam lied] ”en alle nog bij [gedaagden sub 1-4] aanwezige werken met dit nummer op een centraal punt te verzamelen en onder zich te houden, deze op eerste verzoek van [eiser] en onder toezicht van een deurwaarder te (doen) vernietigen en/of aan [eiser] af te staan, zulks op kosten van [gedaagden sub 1-4] en na vernietiging een proces-verbaal van constatering van vernietiging aan [eiser] over te leggen,
[gedaagden sub 1-4] te bevelen om rekening en verantwoording af te leggen van de door de inbreuk genoten winst en een door een registeraccountant gecontroleerde en gecertificeerde opgave te doen van de hoeveelheden muziekwerken met het nummer
“ [naam lied] ”die door [gedaagden sub 1-4] zijn verhandeld en van de hoeveelheden van de werken met dit nummer die [gedaagden sub 1-4] nog op voorraad hebben,
[gedaagden sub 1-4] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan of van € 1.000,00 per keer – zulks ter keuze van [eiser] – dat [gedaagden sub 1-4] de onder 3 tot en met 7 gevorderde ver- en geboden overtreden,
[gedaagden sub 1-4] te veroordelen in de proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen het volgende ten grondslag. Op grond van artikel 10 lid 2 Auteurswet (Aw) heeft [eiser] een zelfstandig auteursrecht op de door hem gemaakte Nederlandse vertaling van de Duitse tekst
“ [naam lied] ”. Hij heeft daarom het uitsluitende recht om zijn werk openbaar te maken en te verveelvoudigen (artikel 1 Aw). Ook kan [eiser] zich verzetten tegen openbaarmaking van zijn werk zonder vermelding van zijn naam en/of onder andermans naam (artikel 25 lid 1 sub a Aw). De tekst die de [naam feestduo] zingen is identiek aan de tekst die [eiser] heeft geschreven. Voor deze nabootsing heeft [eiser] geen toestemming gegeven. Bovendien vermelden [gedaagden sub 1-4] ten onrechte op de door hen uitgebrachte (verzamel)CD’s en DVD’s dat zij de Nederlandse bewerker(s)/vertaler(s) zijn van het Duitse muziekwerk
“ [naam lied] ”. Aldus hebben [gedaagden sub 1-4] inbreuk gemaakt en maken zij nog steeds inbreuk op het auteursrecht van [eiser] . Ondanks sommaties van [eiser] weigeren [gedaagden sub 1-4] de inbreuk te staken. Daarom is [eiser] genoodzaakt om de verklaringen voor recht en de veroordeling van [gedaagden sub 1-4] tot het zich verder onthouden van iedere inbreuk te vorderen. Van [eiser] kan niet langer gevergd worden dat hij een dergelijke omvangrijke onrechtmatige daad en de daaruit voor hem volgende schade duldt.
3.3.
[gedaagden sub 1-4] betwisten niet zij de vertaling van [eiser] hebben gebruikt in de uitvoering van het door de [naam feestduo] op 13 januari 2010 op YouTube openbaar gemaakte lied
“ [naam lied] ”en in de opname van dit lied die door [gedaagden sub 1-4] is gemaakt en door [gedaagde sub 1] op CD en DVD uitgebracht. [gedaagden sub 1-4] voeren echter aan dat [eiser] , voor zover hij al aanspraak kan maken op een auteursrecht, hij dit in 2010 middels het sluiten van exploitatiecontracten met Buma en Stemra, aan deze organisaties heeft overgedragen. Door deze overdracht zijn bedoelde rechten in het vermogen van Buma respectievelijk Stemra gevallen en hebben zij het recht verkregen om als enige, met uitsluiting van ieder ander en van de auteur, deze rechten waar ook ter wereld uit te oefenen of te doen uitoefenen. [gedaagden sub 1-4] verwijzen daarbij naar de door hen overgelegde standaard exploitatiecontracten A (auteur) van Buma en van Stemra, waarin dit is bepaald.
3.4.
Volgens [eiser] heeft hij in de periode dat hij lid is geweest van Buma/Stemra wel zijn exploitatierechten, maar niet zijn auteursrechten overgedragen aan Buma/Stemra. De overdracht omvatte onder meer niet het verveelvoudigen of verspreiden van verveelvoudigingen van zijn werk. Volgens [eiser] heeft Buma/Stemra hem laten weten dat zij zich wat betreft de liedtekst
“ [naam lied] ”niet als rechthebbende van een door [eiser] aan haar overgedragen muziekauteursrecht of mechanisch reproductierecht beschouwde en/of dat de beslissing voor het verlenen van toestemming voor publicatie van zijn werk en de hoogte van de vergoeding die voor die toestemming wordt bedongen, aan [eiser] als al dan niet rechthebbend auteur verbleven was en/of gelaten werd. Per 1 januari 2016 zijn alle muziekauteursrechten en het mechanische reproductierecht die (en voor zover die) door [eiser] bij Buma/Stemra waren ondergebracht, bij akte terug overgedragen aan [eiser] . Indien en voor zover het lidmaatschap van Buma/Stemra of de gesloten exploitatieovereenkomst enige beperking voor [eiser] zou opleveren van zijn recht om als auteursrechthebbende op te treden tegen inbreuken, zijn die beperkingen opgeheven als gevolg van de retro-overdracht van al het auteursrechtelijke werk van [eiser] door Buma/Stemra. Sinds 1 januari 2016 kan hij dus weer wel zelf zijn rechten geldend maken, Het recht op zijn persoonlijkheidsrechten, zoals het recht op het vermelden van zijn naam, heeft hij altijd behouden, aldus [eiser] .
3.5.
[gedaagden sub 1-4] voeren aan dat de overdracht aan Buma/Stemra niet een overdracht van louter exploitatierechten betreft maar van het volledige auteursrecht. [gedaagden sub 1-4] voeren voorts aan dat Universal bij de aan [eiser] verleende toestemming om het lied te vertalen heeft bedongen dat [eiser] niet mede-rechthebbende zal zijn op het muziekwerk
“ [naam lied] ”en niet zal meedelen in de inkomsten uit de exploitatie daarvan. [gedaagden sub 1-4] verwijzen daarbij naar de hiervoor onder 2.12. en 2.17. weergegeven e-mailberichten van Universal. [gedaagden sub 1-4] stellen zich op het standpunt dat [eiser] door in te stemmen met deze voorwaarde, afstand heeft gedaan van zijn recht op naamsvermelding.
[gedaagden sub 1-4] brengen een uitdraai d.d. 30 november 2015 uit het register van Gema, de Duitse zusterorganisatie van Buma/Stemra, in het geding. Uit deze uitdraai blijkt dat bij Gema als rechthebbenden op het lied
“ [naam lied]zijn geregistreerd: [naam componist] , [naam pseudoniem] , [eiser] en Open Ears Germany Edition. Achter de naam van [eiser] staat als “PR Society” vermeld Buma en als “VR Society” Stemra, met daarbij als “Share” telkens vermeld: 00,00. Uit de door [gedaagden sub 1-4] eveneens in het geding gebrachte uitdraai uit het register van Buma/Stemra met betrekking tot het lied
“ [naam lied] ” (orig. [naam lied] )blijkt dat bij Buma/Stemra als rechthebbenden zijn geregistreerd: [naam componist] , [naam pseudoniem] , Open Ears Germany Edition en BMG Rights Management (Netherlands). [gedaagden sub 1-4] wijst erop dat [eiser] zich nooit als mede-rechthebbende van het muziekwerk “ [naam lied] ” bij Buma/Stemra heeft laten registreren.
3.6.
Volgens [eiser] houdt het door Universal gemaakte voorbehoud
“Eine Beteiligung kann ich aber leider ausschließen”in dat de uitgever het auteursrecht van [eiser] weliswaar erkende en respecteerde, maar zich alle rechten van [eiser] voorkomende uit de vertaling/bewerking door [eiser] voor de exploitatie van die vertaling/bewerking door haar als uitgever voorbehield. [eiser] stelt dat hij als gevolg van de toestemming tot vertaling het auteursrecht op de vertaling/bewerking ook jegens de auteur van het werk kan inroepen en niet alleen tegen derden. Tegenover derden (waaronder [gedaagden sub 1-4] ) kan hij ook bij een ongeautoriseerde vertaling/bewerking optreden, aangezien het auteursrecht – ook het “tweedehands” auteursrecht – ontstaat door het enkele maken van het werk. De rechthebbende(n) op het oorspronkelijke auteursrecht dienen het recht van de geautoriseerde vertaler/bewerker op een passende vergoeding en diens aan zijn auteursrecht verbonden persoonlijkheidsrechten te respecteren, aldus [eiser] .
3.7.
Volgens [gedaagden sub 1-4] heeft [eiser] door de overdracht van zijn auteursrechten aan Buma/Stemra ook afstand gedaan van zijn persoonlijkheidsrechten. Zelfs als dat niet zo is kan hij die rechten niet jegens [gedaagden sub 1-4] geldig maken. [eiser] heeft zich niet als rechthebbende van het lied
“ [naam lied] ”laten registreren bij Buma/Stemra. Hij maakt misbruik van recht door zich te beroepen op zijn persoonlijkheidsrechten. De vermelding van de naam van [eiser] op CD’s zou tot verwarring kunnen leiden bij de verdeling van de auteursrechtinkomsten door Buma/Stemra. Zijn verzet tegen openbaarmaking zonder vermelding van zijn naam is in strijd met de redelijkheid.

4.De beoordeling

4.1.
Anders dan [eiser] meent, heeft hij, door het sluiten van een exploitatiecontract met Buma, niet alleen zijn recht op exploitatie van door hem gemaakte en toekomstige werken, maar het muziekauteursrecht (met uitzondering van het verveelvoudigen of verspreiden van verveelvoudigingen) op deze werken aan Buma overgedragen. Dat volgt uit artikel 2 in verband met artikel 1 van het door [gedaagden sub 1-4] in het geding gebrachte standaardexploitatiecontract van Buma. [eiser] betwist niet dat hij een dergelijk contract heeft ondertekend. De rechten met betrekking tot het vastleggen op geluids- en/of beelddragers, het (doen) verveelvoudigen en het verspreiden van verveelvoudigingen (de mechanische reproductierechten) van door [eiser] gemaakte en toekomstige werken heeft hij aan Stemra overgedragen door het sluiten van het exploitatiecontract met Stemra. Dat volgt uit artikel 2 in verband met artikel 1 van het door [gedaagden sub 1-4] in het geding gebrachte standaardexploitatiecontract van Stemra. [eiser] betwist niet (langer) dat hij een dergelijk contract heeft ondertekend. Met het sluiten van beide contracten heeft [eiser] dus het muziekauteursrecht en de mechanische reproductierechten op al zijn bestaande en toekomstige werken aan Buma respectievelijk Stemra overgedragen en hebben Buma en Stemra aldus het recht verkregen om als enige, met uitsluiting van ieder ander en van [eiser] , deze rechten waar ook ter wereld uit te oefenen of te doen uitoefenen. [eiser] heeft zijn stelling dat Buma/Stemra hem heeft laten weten dat zij zich wat betreft de liedtekst
“ [naam lied] ”niet als rechthebbende van een door [eiser] aan haar overgedragen muziekauteursrecht of mechanisch reproductierecht beschouwde, niet met stukken onderbouwd. Het is ook niet goed denkbaar dat Buma/Stemra een dergelijke mededeling zou doen, aangezien het lidmaatschap van Buma/Stemra impliceert dat alle muziekauteursrechten en mechanische reproductierechten aan Buma/Stemra zijn overgedragen.
De rechtbank concludeert dan ook dat voor zover [eiser] al aanspraak kan maken op een auteursrecht op de vertaling, [eiser] dit recht zoals hiervoor omschreven in de periode waarin hij aangesloten was bij Buma en Stemra (tot 1 januari 2016) heeft overgedragen aan deze organisaties.
4.2.
Ten aanzien van de periode vanaf 1 januari 2016 staat, nu [gedaagden sub 1-4] dat hebben gesteld en [eiser] dat niet althans niet gemotiveerd heeft weersproken, vast dat er geen sprake meer is van enige exploitatie van de opname van [gedaagden sub 1-4] Van enige inbreuk op het vermeende auteursrecht van [gedaagden sub 1-4] vanaf deze datum is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.
4.3.
Bovendien heeft [eiser] Universal van zijn lidmaatschap van Buma/Stemra op de hoogte gesteld toen hij om toestemming vroeg voor het maken van de vertaling. De rechtbank verwijst naar de e-mail correspondentie van [eiser] aan Universal onder 2.11. Het was Universal kenbaar dat [eiser] al zijn muziekauteursrechten en mechanische reproductierechten had overgedragen aan Buma/Stemra en dat [eiser] niet zelf aanspraak zou kunnen maken op deze rechten. Universal is immers zelf aangesloten bij de Duitse zusterorganisatie Gema. Bij het verlenen van de toestemming heeft Universal bedongen dat [eiser] geen aandeel in het auteursrecht en de inkomsten zou verkrijgen. Dat blijkt naar het oordeel van de rechtbank ondubbelzinnig uit de zinsnede in het hiervoor onder 2.12. genoemde e-mailbericht van de kant van Universal:
“Eine Beteiligung kann ich aber leider ausschließen!”, welke mededeling Universal bij het hiervoor onder 2.17. genoemde e-mailbericht nog eens heeft herhaald. Bij het onder 2.14. aangehaalde e-mailbericht heeft Universal uitdrukkelijk aangegeven bij wie allemaal het copyright berustte. Daar maakte [eiser] geen deel van uit. Ook uit de door [gedaagden sub 1-4] overgelegde uitdraai d.d. 30 november 2015 uit het register van Gema blijkt dat [eiser] niet (0,0) meedeelt in de opbrengsten van het lied. Daarmee is ook het feit verklaard dat de aanmelding bij Buma/Stemra van “ [naam lied] ” door [eiser] niet heeft geleid tot een rechtsgeldige aanmelding in de zin van artikel 5 lid 1 van het Repartitiereglement. Als die aanmelding wel gevolg had gehad, zou Buma/Stemra [eiser] immers hebben moeten laten meedelen in de opbrengsten van het lied.
4.4.
Gelet op wat hiervoor is overwogen is van een inbreuk op een eigen auteursrecht van [eiser] geen sprake en dienen de gevorderde verklaring voor recht en de nevenvorderingen te worden afgewezen.
4.5.
[eiser] beroept zich naast zijn auteursrecht eveneens op zijn persoonlijkheidsrechten, meer in het bijzonder het recht om zich te verzetten tegen het openbaarmaken van zijn vertaling zonder vermelding van zijn naam en tegen het openbaarmaken van zijn vertaling onder vermelding van een andere naam dan de zijne. [eiser] verbindt aan zijn persoonlijkheidsrechten echter geen specifieke vordering, zodat dit onderwerp niet hoeft te worden besproken.
4.6.
Een en ander leidt ertoe dat vorderingen van [eiser] integraal zullen worden afgewezen.
4.7.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij op de voet van artikel 1919h Rv worden veroordeeld in de reële proceskosten van [gedaagden sub 1-4] ., tot deze uitspraak begroot op € 7.915,64.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagden sub 1-4] tot op heden begroot op € 7.915,64.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang, mr. M.E. Bartels en mr. H.A.M.J. van Kaam en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2017.