ECLI:NL:RBOBR:2017:1327
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- J. Bik
- M.L.M.W. Viering
- M.E. Bartels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant op 2 februari 2017 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. J.M.J. Godrie, kantonrechter. Het wrakingsverzoek was ingediend op 5 januari 2017 en betrof de onpartijdigheid van de rechter in een procedure die verband hield met de afwikkeling van nalatenschappen. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat deze drie eerdere beschikkingen had gegeven die volgens verzoeker onterecht waren en gebaseerd op onjuiste informatie van de notaris, die als vereffenaar was aangesteld. Verzoeker voerde aan dat de rechter onvoldoende kennis had genomen van het dossier en dat zijn aanhoudingsverzoek niet was gehonoreerd, wat leidde tot vertraging en schade.
De wrakingskamer oordeelde dat een wraking niet meer mogelijk is na een einduitspraak in de zaak. De kamer benadrukte dat het tot de normale taak van de rechter behoort om beschikkingen te nemen en dat het enkele feit dat de rechter eerdere beslissingen had genomen, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van partijdigheid. De wrakingskamer concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen.
De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de wrakingskamer de argumenten van verzoeker en de rechter zorgvuldig had afgewogen. De wrakingskamer bevestigde dat de rechter niet vooringenomen was en dat de wrakingsgronden niet voldoende waren om aan de onpartijdigheid van de rechter te twijfelen.