Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
het klopt dat ik in de periode van 1 januari 2015 tot en met 28 november 2015 als chauffeur voor [bedrijf 2] bij [bedrijf 1] in Veghel meer bloemkarren en bijbehorende platen meenam dan dat ik op de bon verantwoordde. De karren en platen die ik teveel meenam, leverde ik af in [gemeente] Ik had zelfstandig toegang tot het laadperron en laadde de karren ook zelf in.
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] namens [bedrijf 1] , politie Lelystad, p. 7-8 juncto het proces-verbaal van aangifte politie Oost-Brabant van 2 maart 2016, p. 5;
- een geschrift, zijnde een rapport van Security Partners, p. 10-45;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 52-55.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
7 maandenwaarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.