Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 september 2015,
- de akte rectificatie van [naam BV 2] van 23 september 2015,
- de conclusie van antwoord in reconventie van 29 december 2015,
- de akte vermeerdering van eis in reconventie 12 januari 2016,
- de nagezonden producties 5 en 6 van gedaagden in conventie en eisers in reconventie ontvangen op resp. 7 en 8 januari 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2016.
2.De feiten
in aansluitend op de door jullie in eigendom en verhuurde gebouw van het ISB een viertal bestaande lokalen in 2 lagen tegen het gebouw van [naam BV] te plaatsen”. (productie 20 bij productie 1 cva). Bij brief van 12 september 2013 geeft [naam BV 2] toestemming onder voorwaarden, om tot uitbreiding van het gehuurde gebouw over te gaan (productie 26 bij productie 1 cva).
4.De beoordeling
in conventie
ook visueel duidelijk sprake is van een afwijking van de bestaande (school)gebouwen in de directe omgeving, niet alleen qua constructie, maar ook qua uitstraling”. En “
daarnaast zijn deze schoolgebouwen ook naar de verkeersopvattingen te beschouwen als roerend en dus niet onroerend.”(cva onder 31). Het gebouw is binnen 500 uur te demonteren en te verwijderen, om welke reden de fiscus het gebouw ook als roerend aanmerkt. Het gebouw is aangesloten op nutsvoorzieningen, maar dat geldt voor alle tijdelijke gebouwen, omdat ook als tijdelijk bedoelde gebouwen zonder die voorzieningen niet naar de maatstaven van de huidige tijd kunnen worden gebruikt.
bedoelingvan de bouwer en de opdrachtgever is
voor zover die naar buiten toe kenbaaris.
5.De beslissing
9 maart 2016voor uitlating door de Vereniging of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op dinsdagen, woensdagen en donderdagen in de maanden april tot en met mei 2016 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,