ECLI:NL:RBOBR:2016:809

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 februari 2016
Publicatiedatum
29 februari 2016
Zaaknummer
4644649 EJ 15-598
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van wettelijke vereffening van de nalatenschap van Ivo Carel Olof Joseph Teulings

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 18 februari 2016 een beschikking gegeven inzake de opheffing van de wettelijke vereffening van de nalatenschap van de heer Ivo Carel Olof Joseph Teulings, die op 26 augustus 2012 is overleden. De verzoeker, Ivo Carel Olof Joseph Teulings, was benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap bij beschikking van 15 november 2012. Het verzoek tot opheffing van de vereffening is ingediend op 17 november 2015 en is op 18 november 2015 bij de rechtbank ingekomen.

De verzoeker heeft aangevoerd dat de baten van de nalatenschap, bestaande uit een saldo op de rekeningen bij de ING Bank en Rabobank, evenals een restantwaarde van een Robeco polis, onvoldoende zijn om de kosten van de vereffening te dekken. De totale baten bedragen € 2.330,50, terwijl de kosten van de vereffening deze baten overtreffen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen dwingende noodzaak bestaat voor de wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking van de opheffing, gezien de geringe activa in de nalatenschap. De griffier zal de beschikking publiceren op rechtspraak.nl, en de vereffenaar wordt ontheven van de wettelijke publicatieplicht.

De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:209 BW de opheffing van de wettelijke vereffening bevolen en de griffier opgedragen om deze opheffing in het boedelregister in te schrijven. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel recht
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 4644649 - svh
EJ VERZ. : 15 - 598
Uitspraak : 18 februari 2016
Beschikking op het verzoek van:
Mr. O.B.J. Poorthuis,
Van Iersel Luchtman Advocaten,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch,
in zijn hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschap van
Ivo Carel Olof Joseph Teulings,
verzoeker.

1.De procedure

Het verzoek is gedateerd op 17 november 2015 en bij de rechtbank ingekomen op 18 november 2015.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Het verzoek

2.1.
Op 26 augustus 2012 is te ’s-Hertogenbosch overleden de heer Ivo Carel Olof Joseph Teulings, geboren te Vught op 12 september 1960, laatstelijk wonende te ’s-Hertogenbosch, nader te noemen erflater. Bij beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 november 2012 is verzoeker benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van erflater.
2.2.
Het verzoek strekt tot opheffing van de vereffening op de voet van artikel 4:209 BW.
Verzoeker legt aan zijn verzoek ten grondslag dat de baten van de nalatenschap bestaan uit het saldo op de rekening van erflater bij de ING Bank van € 262,02, het saldo op de rekening van erflater bij de Rabobank van € 2.035,94, alsmede een restantwaarde van een Robeco polis van € 32,54 en dat deze baten onvoldoende zijn om de kosten van de vereffening te voldoen. Verzoeker heeft een financieel eindverslag overgelegd.
2.3.
Verzoeker verzoekt in verband met de geringe baten der nalatenschap ontheffing van de plicht om het eindigen van zijn hoedanigheid van vereffenaar te publiceren in de Staatscourant en in een of meer nieuwsbladen.

3.De beoordeling

3.1.
De nalatenschap van erflater is door de erfgenamen aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Dit heeft tot gevolg dat deze nalatenschap dient te worden vereffend met inachtneming van de bepalingen van Titel 6, Afdeling 3 van Boek 4 BW.
3.2.
Op grond van artikel 4:209, eerste lid, BW kan de kantonrechter, indien de geringe waarde der baten van een nalatenschap daartoe aanleiding geeft, op verzoek van de vereffenaar of een belanghebbende de opheffing van de vereffening bevelen.
3.3.
De kantonrechter stelt aan de hand van de overgelegde stukken vast dat de baten van de nalatenschap in totaal € 2.330,50 bedragen en dat de kosten van de vereffening deze baten overtreffen.
3.4.
Nu de geringe waarde der baten van de nalatenschap daartoe aanleiding geeft, zal de kantonrechter overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:209, eerste lid, BW de opheffing van de vereffening bevelen.
3.5.
De griffier zal de opheffing van de vereffening in het boedelregister doen inschrijven.
3.6.
Artikel 4:209 lid 4 BW schrijft voor dat opheffing wordt bekendgemaakt op dezelfde wijze als de benoeming van een vereffenaar. Vanwege de geringe activa in deze nalatenschap verzoekt de vereffenaar om van dit wettelijk uitgangspunt af te wijken. De kantonrechter gaat daarin mee, omdat er in casu geen dwingende noodzaak bestaat voor de – kostbare – wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. Daarom zal de griffier ervoor zorgen dat deze beschikking wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl/uitspraken. Verzoeker zal worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.

4.De beslissing

De kantonrechter:
gelet op het bepaalde in artikel 4:209, eerste en vierde lid, BW;
beveelt de opheffing van de wettelijke vereffening van de nalatenschap van de heer Ivo Carel Olof Joseph Teulings, overleden te ’s-Hertogenbosch op 26 augustus 2012, geboren te Vught op 12 september 1960, laatstelijk wonende te ’s-Hertogenbosch;
draagt de griffier op de opheffing van de vereffening in te schrijven in het boedelregister;
verstaat dat deze beschikking wordt bekendgemaakt door plaatsing op
www.rechtspraak.nl/uitspraken en ontheft de vereffenaar van de wettelijke publicatieplicht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.P.M. van der Ham, kantonrechter te
’s-Hertogenbosch en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.