Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Fair Play Centers B.V.,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Oost-Brabant, is op 4 februari 2016 een herstelvonnis gewezen in een arbeidsgeschil tussen een werkneemster en haar werkgever, Fair Play Centers B.V. De werkneemster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. ing. H.J.M. Smelt, had op 10 december 2015 een eindvonnis ontvangen waarin zij was veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de zijde van Fair Play. Na het vonnis heeft de werkneemster verzocht om een herstelvonnis, omdat zij van mening was dat de toegewezen explootkosten en griffierecht ten onrechte aan haar waren opgelegd, aangezien deze kosten niet door Fair Play waren gemaakt.
De gemachtigde van Fair Play, mr. E.V.C. Savelkoul, heeft in reactie op het verzoek van de werkneemster aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de kantonrechter. De kantonrechter heeft vervolgens de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke verschrijving in het eerdere vonnis. De kantonrechter heeft besloten om de proceskostenveroordeling te herstellen, waarbij de explootkosten en griffierecht zijn geschrapt en alleen de bijdrage in het salaris van de gemachtigde is gehandhaafd.
Het herstelvonnis bepaalt dat de werkneemster nu alleen veroordeeld wordt tot betaling van € 180,-- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde, en dat het eerdere vonnis voor het overige wordt gehandhaafd. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.M. Knaapen, kantonrechter te Eindhoven, en is bedoeld om de proceskostenveroordeling te corrigeren en te verduidelijken.