Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij in of omstreeks de periode van 16 juni 2014 tot en met 9 oktober 2015 te Eindhoven en/of te Den Bosch en/of te Oirsbeek tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in / uit
heeft weggenomen stroom en/of electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft / hebben verschaft en / of de / het weg te nemen goed(eren) onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van braak, verbreking en / of inklimming immers heeft hij verdachte en/of zijn medeverdachte (telkens) een meterkast en/of de electriciteitsmeter verbroken en/of geforceerd en/of omleidingen gemaakt;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 6 oktober 2015, te Eindhoven, althans in Nederland, een voorwerp, te weten een of meer geldbedrag(en), te weten 25.199,91 Euro, in elk geval enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat dat/die geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
De formele voorvragen.
Vrijspraakoverweging.
Zoals hieronder bewezenverklaard onder de feiten 1 en 2 heeft verdachte zich beziggehouden met diverse hennepkwekerijen. Verdachte was hierbij onder meer verantwoordelijk voor de verkoop van de hennep. Het is een feit van algemene bekendheid dat hier grote (contante) geldbedragen mee gemoeid zijn. Hoewel de rechtbank aannemelijk acht dat er in de ten laste gelegde periode door verdachte criminele winsten zijn gemaakt en dat er door verdachte geld is witgewassen, is de rechtbank van oordeel dat op basis van de gemaakte kasopstelling niet met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geldbedrag waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst heeft. Een criminele herkomst kan derhalve niet als enige aanvaardbare verklaring gelden. Gelet op de verhouding tussen enerzijds de periode waarop de kasopstelling ziet en anderzijds de relatief geringe hoogte van het geconstateerde verschil in de kasopstelling en in aanmerking genomen de verklaringen die verdachte bij de politie en ter terechtzitting voor dat verschil heeft gegeven, komt de rechtbank op basis van de gemaakte kasopstelling niet tot het bewijs dat verdachte het in de tenlastelegging vermelde bedrag heeft witgewassen. Verdachte zal derhalve van dit feit worden vrijgesproken.
De door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen.
Bewijsoverwegingen.
De bewezenverklaring.
in de periode gelegen tussen maart 2014 tot en met 9 oktober 2015 te Eindhoven en te Nuenen en te ’s-Hertogenbosch en te Oirsbeek, feitelijk leiding heeft gegeven aan een organisatie en heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit verdachte en anderen, te weten [medeverdachte] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet, te weten het in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B gegeven verbod, te weten het telen, bewerken, verkopen, afleveren of vervoeren van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II en artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet, te weten het opzettelijk handelen in strijd met artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet gegeven verbod, te weten het opzettelijk handelen in strijd met artikel 3 onder B gegeven verbod terwijl het betrekking heeft op (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
in de periode van 16 juni 2014 tot en met 9 oktober 2015 te Eindhoven en te Den Bosch en te Oirsbeek tezamen en in vereniging met een ander of anderen meermalen (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit
heeft weggenomen stroom, toebehorende aan [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] , waarbij verdachte en / of zijn mededader(s) het weg te nemen goed onder zijn / hun bereik heeft / hebben gebracht door middel van verbreking, immers heeft verdachte en/of zijn medeverdachte(s) (telkens) een meterkast en/of de elektriciteitsmeter verbroken en/of geforceerd en/of omleidingen gemaakt.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
t.a.v. feit 2:medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking, meermalen gepleegd