“Concluderend kan er gesproken worden van een gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens bij betrokkene. In classificerende zin is er sprake van een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale trekken.
(…)
De persoonlijkheidsstoornis was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde.
(…)
Hoe het ook zij, betrokkene, die erg was gericht op bevrediging van zijn eigen behoeften en
zich op dat moment de woning van zijn moeder feitelijk had toegeëigend, raakte in conflict
met haar. Mogelijk heeft betrokkene zich door haar bedreigd gevoeld. Betrokkene kon zich
niet aan de interactie onttrekken, waarna hij impulsief overging tot het ten laste gelegde,
indien bewezen, en waarbij er sprake was van buitenproportioneel geweld. In het licht van
bovenstaande wordt dan ook geadviseerd om betrokkene verminderd toerekeningsvatbaar te
achten voor het ten laste gelegde indien bewezen.
(…)
Het risico op opnieuw komen tot gevaarlijk en agressief gedrag wordt als hoog ingeschat op basis van het verleden en de bij betrokkene aanwezige problematiek. Daarnaast valt uit het dossier op te maken dat er een risico op agressie richting hulpverleners bestaat.
(…)
Gelet op bovenstaande adviseren wij Uw College betrokkene een tbs-maatregel met
bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.”