Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
parketnummer 01/870014-16tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 10 juni 2016 te Boxmeer, om door geweld of een andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (in een pashokje) dichtbij die [slachtoffer 1] gaan staan en/of het plaatsen van zijn, verdachtes hand op de schouder, boven de linkerborst, van die [slachtoffer 1] en/of het (vervolgens) heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, hand, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) uit het onverhoeds binnengaan van een pashokje, waarin die [slachtoffer 1] zich bevond en kleding aan het passen was, en/of het dichtdoen van het gordijntje van dat pashokje en/of het dicht bij die [slachtoffer 1] gaan staan en/of het plaatsen van zijn, verdachtes hand op de schouder, boven de linkerborst, van die [slachtoffer 1] en/of
het (vervolgens) heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, hand.
hij op of omstreeks 09 juni 2016 te Nijmegen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het vastpakken en/of betasten van de borst(en) van die [slachtoffer 2] en/of het positioneren en/of wrijven van zijn, verdachtes, lichaam tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of het vervolgens maken van een of meer heen en weer gaande bewegingen, en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die en/of die bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) uit het onverhoeds van achteren benaderen van die [slachtoffer 2] en/of het vastpakken bij haar middel van die [slachtoffer 2] en/of het slaan van zijn, verdachtes armen om het middel van die [slachtoffer 2] (waardoor haar de vlucht werd belet en/of belemmerd) en/of het vastpakken en/of betasten van de borst(en) van die [slachtoffer 2] en/of het positioneren en/of wrijven van zijn, verdachtes, lichaam tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of het (vervolgens) maken van een of meer heen en weer gaande bewegingen.
parketnummer 01/820353-16tenlastegelegd dat:
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Verklaring aangeefster, [slachtoffer 1] ,proces-verbaal van aangifte d.d. 10 juni 2016 [pagina 33 t/m 34]
Verklaring [getuige 1] ,proces-verbaal verhoor getuige d.d. 10 juni 2016 [pagina 37 t/m 38]
(rechtbank: aangeefster), kleding aan het passen. Ik zag dat de man op zijn tenen ging staan. Het leek erop alsof hij over het pashokje wilde kijken. Ik zag dat hij vervolgens probeerde te bukken, met als bedoeling onder het schot van het pashokje door te kijken. Toen ik dit zag ben ik er meteen naar toe gelopen. (…) Ik zag een schrikreactie in zijn gezicht. Ik zag dat zijn gulp open stond, en dat de rits helemaal open stond. Ik zag dat er een grote bobbel ter hoogte van zijn geslachtsdeel zat. (…)
Verklaring verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 5 december 2016
Verklaring aangever [slachtoffer 3], proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juli 2016 [pagina 04 t/m 05]
Verklaring [getuige 3] ,proces-verbaal verhoor getuige d.d. 13 juli 2016 [pagina 07 t/m 08]
De bewezenverklaring.
op 10 juni 2016 te Boxmeer door feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het in een pashokje dichtbij die [slachtoffer 1] gaan staan en het plaatsen van zijn hand op de schouder, boven de linkerborst, van die [slachtoffer 1] en het vervolgens heen en weer bewegen van zijn hand, en bestaande die feitelijkheden uit het onverhoeds binnengaan van een pashokje, waarin die [slachtoffer 1] zich bevond en kleding aan het passen was, en het dichtdoen van het gordijntje van dat pashokje en het dicht bij die [slachtoffer 1] gaan staan en het plaatsen van zijn hand op de schouder, boven de linkerborst, van die [slachtoffer 1] .
op 09 juni 2016 te Nijmegen door feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de borst van die [slachtoffer 2] en het wrijven van zijn lichaam tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en het vervolgens maken van heen en weer gaande bewegingen,
en bestaande die feitelijkheden uit het onverhoeds van achteren benaderen van die [slachtoffer 2] en het vastpakken bij haar middel van die [slachtoffer 2] (waardoor haar de vlucht werd belet).
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De vordering van de benadeelde partij mevrouw [slachtoffer 1] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
Gevangenisstrafvoor de duur van
240 dagenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht
waarvan 48 dagen voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich (uiterlijk) 48 uur na onherroepelijk zijn van het vonnis telefonisch zal melden bij Reclassering Nederland Zuid, tussen 09:00 uur en 12:00 uur, via telefoonnummer 088-8041504, en zich daarna gedurende een door die reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht.
- zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door de reclassering.
- zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling gedurende een periode van maximaal een jaar, of zoveel korter als door het NIFP-IFZ in overleg met de reclassering noodzakelijk wordt geacht, zal laten opnemen in een intramurale instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven.
- zich aansluitend op de klinische behandeling zal laten behandelen bij een nog nader door de behandelkliniek te bepalen forensische polikliniek, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Maatregel van schadevergoeding van 210,00 eurosubsidiair 4 dagen hechtenis