Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 01/169779-13
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
5.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
Vrijspraak.
De bewezenverklaring.
5.
op 30 juli 2014 te Eindhoven opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, te weten [slachtoffer 2] , tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Nadere bewijsoverwegingen.
In de zaak met parketnummer 01/845601-14
Ten aanzien van feit 2.
Ten aanzien van feit 3.
Ten aanzien van feit 5.
Ten aanzien van feit 6.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
- een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en de voorwaarde van toezicht van de reclassering (Leger des Heils).
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (abusievelijk staat in de schriftelijke vordering: [foutieve naam] ) tot een bedrag van € 607,28 met wettelijke rente en oplegging van de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, toewijzing van de gevorderde kosten rechtsbijstand van € 287,-- en ten aanzien van het overige deel van de vordering niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij.