Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
DAF Trucks N.V.,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
In ons schrijven van 26 februari 2015 hebben wij u – ondanks uw herhaalde mededeling dat u niet van plan bent uw werkzaamheden te hervatten – gesommeerd om uw werkzaamheden te hervatten op maandag 2 maart 2015 om 09.00 uur. Helaas hebben we opnieuw moeten constateren dat u hiertoe niet bent overgegaan. Zoals reeds aangekondigd in ons schrijven van 26 februari jl. betekent dit dat u hardnekkig weigert te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten van DAF als uw werkgever c.q. u grovelijk uw plichten uit hoofde van uw dienstverband veronachtzaamt. Dit vormen dringende reden in de zin van art. 7:678 BW op basis waarvan wij u per heden op staande voet ontslag verlenen.
Bij de beoordeling van de passendheid van het door de werkgever aangeboden aangepaste werk heb ik recentelijk door de verzekeringsarts S. Farid opgestelde functionele mogelijkheden vergeleken met de door de collega arbeidsdeskundige H.P. Brouwers beschreven functie en belastingen zoals vermeld in de AD-rapportage d.d. 17-2-2015. Hierbij stelde ik vast dat er een overschrijding is t.a.v. het item tillen of dragen. Namelijk werknemer wordt in staat geacht om ongeveer 5 kg te tillen of te dragen en de handmatig te hanteren gewichten in het aangeboden werk bij het sorteren en omstapelen varieren tussen de 7 kg en 11 kg."
5. De beslissing
de griffier, door overschrijving op het rekeningnummer dat staat vermeld op de nog afzonderlijk te ontvangen nota van het LDCR (het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak), onder vermelding van het betaalkenmerk van die nota:
- € 70,64 ter zake van ¾ deel van de explootkosten;
eisende partij: