Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijsvraag ten aanzien van feit 2.
Bewijsvraag ten aanzien van feit 1
- [verdachte] en [medeverdachte] zogenaamde “voorverkenningen” hebben uitgevoerd, waarbij zij regelmatig de plaats waar de later uitgebrande VW Golf stond en (de buurt van) het bedrijf van [slachtoffer 1] hebben bezocht;
- de op 15 januari 2015 door [verdachte] in brand gestoken VW Golf de bij de moord op [slachtoffer 1] door de schutter gebruikte auto is, en
- [verdachte] op enigerlei wijze in contact is geweest met de bij de moord gebruikte kogelpatronen.
- de lengte van [verdachte] zou passen in de door een deskundige bepaalde lengte van de schutter (178,6 cm en 183,7 cm) en dat
- een telefoon van verdachte [verdachte] een half uur na de moord aanstraalt in Boxtel en dat het niet is uitgesloten dat de schutter met de vluchtauto vanaf de plaats delict in die tijd Boxtel kan bereiken,
Aan verdachten gemaakt verwijt”is besproken komt de rechtbank immers niet, zonder de tenlastelegging te denatureren, toe aan de vraag of het handelen van de verdachte [verdachte] en zijn medeverdachte [medeverdachte] anderszins is aan te merken, bijvoorbeeld als medeplegen van moord dan wel medeplechtigheid daaraan, waarbij de moord door een tot op heden onbekend gebleven schutter is gepleegd.
De bewezenverklaring.
op 15 januari 2015 te Valkenwaard, opzettelijk brand heeft gesticht in een auto van het merk Volkswagen, type Golf, immers heeft verdachte toen en aldaar opzettelijk een hoeveelheid kookpuntbenzine, over en/of in (het interieur van) die auto gegoten en/of geplaatst en vervolgens die kookpuntbezine en/of (het interieur van) die auto in aanraking gebracht met (open) vuur, ten gevolge waarvan die auto gedeeltelijk is verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor die auto en goederen in die auto en (een) ander(e) naast/nabij die auto geparkeerd(e) voertuig(en), te duchten was
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
1 jaarmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.