Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 05/901297-12
Rechtbank Oost-Brabant
Op 7 november 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan twee afpersingen en twee pogingen daartoe. De rechtbank legt een gevangenisstraf van zes jaren op, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast moet de verdachte schadevergoeding betalen aan twee slachtoffers en wordt de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf van acht maanden bevolen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaren en tbs met dwangverpleging geëist, maar de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor een ziekelijke stoornis bij de verdachte ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, al dan niet samen met mededaders, de slachtoffers heeft bedreigd met een vuurwapen en hen heeft gedwongen tot afgifte van geldbedragen. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door objectieve bewijsmiddelen zoals getuigenverklaringen en tapgesprekken. De verdachte is vrijgesproken van twee feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.