Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen.
Bijzondere bewijsoverweging
De bewezenverklaring.
op 10 augustus 2015 in Valkenswaard opzettelijk brand heeft gesticht, hebbende hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk door middel van open vuur (een afvalcontainer in) de woning aan de [adres 1] (zijnde de woning van verdachte) in brand gestoken, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor de (goederen in/bij de) woning van verdachte en/of de (goederen in/bij de) woning(en) van zijn (directe) buren, te duchten was;
in de periode van 1 augustus 2015 tot en met 10 augustus 2015 te Valkenswaard, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten een zware mishandeling van gemeenteambtenaren [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , opzettelijk twee flessen zoutzuur, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
De eis van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
- Betrokkene een zo groot mogelijk deel van de straf op te leggen als een bijzondere voorwaarde waarbij betrokkene zich, voor minimaal 6 tot maximaal 12 maanden, klinisch laat behandelen in een instelling die zich heeft toegelegd op de behandeling van patiënten met aan autisme verwante stoornissen. Het vereiste beveiligingsniveau kan laag zijn. Aansluitend via reclassering toezicht op een verplicht vormgegeven ambulante nazorg.
- Na afstraffing zoeken naar ambulante zorg bij een instelling die zich richt op patiënten met autistiforme problematiek in de vorm van (dag-)behandeling. Dit vraagt om intensiever toezicht vanuit de reclassering. Verder dient er zorg te zijn voor sociaal maatschappelijke begeleiding, financiën en omgang met bijvoorbeeld instanties zoals de sociale dienst rondom de toekomstige woonplek van betrokkene.