Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 19 september 2016, en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
€ 3.250.000,-.
“Naar onze mening is het moment genaderd dat wij in alle redelijkheid duidelijkheid van u kunnen verlangen over acceptatie van ons aanbod en de daarbij gestelde verkoopvoorwaarden. Onder verwijzing naar art. 13 Wvg verzoeken wij u dan ook om binnen vier weken na heden aan de Rechtbank Oost-Brabant te verzoeken een oordeel te geven over de door ons gevraagde koopsom van € 3.250.000,-.”
“Het college merkt terzake op dat de gemeente Haaren inderdaad niet bereid is om voor het geheel, dat haar in de brief van 15 april 2014 te koop aangeboden is, een dergelijk bedrag (dit is de vraagprijs van€ 3.250.000,-, opmerking rechtbank) te betalen nu dit bedrag (kennelijk) zijn grondslag vindt in de koopovereenkomst die de Stichting Cello is aangegaan met de heer [naam] .”In punt 12 van het verzoekschrift verwijst de gemeente naar de taxatiewaarde van landgoed Haarendael van € 2.600.000,-, die is vastgesteld door bureau [naam bureau] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 2.600.000,-. Bij de hoorzitting van 25 februari 2015 van de Commissie van Deskundigen was het standpunt van de gemeente dat de waarde van € 2.600.000,- de bovengrens is. Dergelijke stellingen hebben te gelden als mededelingen aan de wederpartij, ook al zijn zij in het kader van een procedure gedaan. Deze stellingen kunnen niet anders worden uitgelegd dan als een verwerping van de vraagprijs van Cello. Nu de prijs als een van de essentialia van de koopovereenkomst geldt, heeft de gemeente daardoor het aanbod van Cello verworpen.
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)