Op 29 juli 2015 vindt er naar aanleiding van informatie afkomstig van het Team Criminele Inlichtingen te ‘s-Hertogenbosch vanaf 15.45 uur een observatie plaats waarbij verdachte in en nabij de Mercedes gekentekend [kenteken] wordt waargenomen door verbalisanten.Betreffende Mercedes staat op naam van verdachte.
Op 29 juli 2015 om 21.40 uur wordt [medeverdachte] , de neef van verdachte, als bestuurder van voornoemde Mercedes op het Esso tankstation te Born aangehouden.
In de Mercedes wordt op voornoemde datum onder het middenconsole een toegang tot een geheime bergplaats ontdekt waarin 15 pakketten met daarin een crème/grijs kleurige substantie en 5 pakketten met tabletten worden aangetroffen.
Het totaalgewicht van de inhoud van de 15 pakketten betrof 14.976 gram en het totaalgewicht van de aangetroffen tabletten betrof 4.793 gram.
Uit drie onderzochte pakketten met kristallen en twee onderzochte pakketten met tabletten werden vijf monsters genomen en voorzien van SIN nummers: AADU0305NL, AADU0313NL, AADU0314NL, AADU0315NL, AADU0306NL.
De monsters met voornoemde SIN nummers zijn door het NFI onderzocht. Uit dit onderzoek is gebleken dat deze monsters MDMA bevatten.
Op de opening van een zak (pakket 1) waarin de verdovende middelen waren verpakt werd een vingerafdruk veiliggesteld onder SIN nummer AAHB2336NL.
Dactyloscopisch onderzoek van deze vingerafdruk heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon geregistreerd in Havank, te weten verdachte.
Op de binnenzijde van de vulopening van een andere zak (pakket 2) waarin de verdovende middelen waren verpakt, werd epitheel veiliggesteld onder SIN nummer AAIB6594NL.
Dit biologische spoor met voornoemd SIN nummer is door Verilabs onderzocht en heeft een DNA mengprofiel opgeleverd van twee personen met DNA kenmerken van verdachte met een
likelihoodratio (LR) van 1,4 miljard.
Verdachte stelt dat hij niet wist dat er een partij verdovende middelen in zijn auto verborgen was en dat hij zijn auto voor onbepaalde tijd aan (de in Barcelona wonende) medeverdachte [medeverdachte] had uitgeleend. Dit in verband met het bezoek van [medeverdachte] aan zijn familie in Marokko.
Verdachte heeft verklaard dat zijn sporen mogelijk op de verpakkingsmaterialen terecht zijn gekomen omdat deze verpakkingsmaterialen afkomstig lijken te zijn uit zijn keukenlade, waartoe ook anderen (waaronder [medeverdachte] ) toegang hadden. In zijn keukenlade bewaart verdachte namelijk plastic zakken bestemd voor het invriezen van vlees, die lijken op de plastic zakken die zijn gebruikt voor het verpakken van de pakketten met verdovende middelen.
De rechtbank acht deze verklaring onaannemelijk, in het bijzonder omdat het DNA-spoor en de vingerafdruk van verdachte zich aan de binnenzijde van de verpakking bevonden.
De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk 19.769 gram MDMA aanwezig heeft gehad.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen in het dossier niet worden vastgesteld dat medeverdachte [medeverdachte] wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de Mercedes, zodat verdachte van het deel van de tenlastelegging dat ziet op het medeplegen, het buiten het grondgebied van Nederland brengen en het vervoeren van de MDMA wordt vrijgesproken.