ECLI:NL:RBOBR:2016:539
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H.P.G. Wielders
- R.J. Bokhorst
- C.J. Sangers- de Jong
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs en het voorhanden hebben van een jammer
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 februari 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen gericht op de productie van synthetische drugs, met name amfetamine en 4-methylamfetamine, en het voorhanden hebben van een jammer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 27 januari 2012 tot en met 28 juni 2012 betrokken was bij het bestellen, vervoeren en voorhanden hebben van grote hoeveelheden apaan, een stof die kan worden gebruikt bij de productie van genoemde drugs. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op 28 juni 2012 een jammer voorhanden had, zonder de benodigde vergunning. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, waaronder het produceren en aanwezig hebben van amfetamine, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij deze feiten had gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het meer subsidiair ten laste gelegde feit van het voorhanden hebben van stoffen bestemd voor de productie van drugs en het voorhanden hebben van een jammer. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 27 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft 200 kg apaan onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure, wat heeft geleid tot een strafkorting van 3 maanden.