ECLI:NL:RBOBR:2016:5046

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
14 september 2016
Zaaknummer
5225896 / 16-478
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om handlichting voor zelfstandig uitoefenen van een bedrijf door minderjarige in landbouwmaatschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 13 september 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot handlichting ex artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoek is ingediend door Stef Gerardus Leonardus Laarakker, geboren op 19 juli 1999, wonende te Reusel-De Mierden. Het doel van het verzoek was om handlichting te verkrijgen zodat hij zelfstandig een bedrijf kan uitoefenen door maat te worden in een landbouwmaatschap, specifiek gericht op varkenshouderij en akkerbouw. De ouders van de verzoeker hebben ingestemd met het verzoek, wat een vereiste is voor de handlichting.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt en dat de wettelijke vertegenwoordigers, zijn ouders, instemmen met het verzoek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek kan worden ingewilligd, met inachtneming van de beperkingen die artikel 1:235 BW stelt. De kantonrechter heeft ook de publicatieplicht van de handlichting besproken en besloten dat publicatie op internet, in plaats van in de Staatscourant, voldoende is. De beschikking zal ook gepubliceerd worden in het Eindhovens Dagblad.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de verzoeker handlichting wordt verleend om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het uitoefenen van het bedrijf, mits deze binnen het doel van de maatschap blijven. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
zaak/rolnr.: 5225896 / 16-478

beschikking van de kantonrechter d.d. 13 september 2016

inzake

Stef Gerardus Leonardus Laarakker,

geboren op 19 juli 1999 te Reusel- De Mierden,
wonende te 5541 NP Reusel aan de Laarakkerdijk 12.

De procedure

Op 11 juli 2016 is ter griffie ingekomen het verzoekschrift, strekkende tot het verkrijgen van handlichting als bedoeld in artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 september 2016, waarbij verzoeker en zijn ouders zijn verschenen.

Het verzoek

1. Het verzoek strekt ertoe om bevoegdheden te verwerven van een meerderjarige. De reden hiervoor is dat verzoeker het voornemen heeft zelfstandig een bedrijf uit te gaan oefenen door maat te worden in een landbouwmaatschap (varkenshouderij en akkerbouw). Zijn wens is om over de volgende bevoegdheden te beschikken: rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn om het bedrijf uit te oefenen, voor de maatschap te mogen handelen en te tekenen, de maatschap aan derden en derden aan de maatschap te verbinden, mits binnen het maatschapsdoel.
2. De wettelijke vertegenwoordigers, de ouders van verzoeker, hebben met het verzoek ingestemd.

De beoordeling

3. Handlichting is een rechterlijke vergunning, waardoor een minderjarige in bepaalde opzichten handelingsbekwaamheid als meerderjarige verkrijgt.
4. De kantonrechter stelt vast dat verzoeker de leeftijd van 17 jaren heeft bereikt en dat beide wettelijk vertegenwoordigers – zijn ouders – instemmen met het verzoek.
Gelet op het bepaalde in artikel 1:235 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek kan worden ingewilligd voor de onder 2.1. verzochte handelingen.
5. De kantonrechter wijst op lid 3 van voornoemd artikel, waarin is bepaald dat de minderjarige door handlichting echter niet bekwaam wordt tot het beschikken over registergoederen, effecten, of door hypotheek gedekte vorderingen.
6.1.
Met betrekking tot de publicatieplicht van de te verlenen handlichting oordeelt de kantonrechter als volgt.
Artikel 1:237 lid 1 BW bepaalt dat de beschikking waarin de handlichting is verleend, bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en twee in de beschikking aan de wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever is daarbij geweest dat op die manier zoveel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Tegenwoordig is echter toegang tot internet voor een ieder beschikbaar en publicatie van de handlichting op internet geeft naar het oordeel van de kantonrechter eenzelfde, zelfs ruimer, bereik dan de nog bij wet voorgeschreven publicatie in de Staatscourant dat bovendien ook nog eens erg kostbaar is.
6.2.
De kantonrechter zal dan ook bepalen dat publicatie in de Staatscourant achterwege kan blijven en dat de (door de griffier te initiëren) publicatie van deze beschikking op
www.rechtspraak.nldaarvoor in de plaats komt. De kantonrechter merkt voorts op dat hij – naast de publicatie op rechtspraak.nl – de publicatie in één dagblad (het Eindhovens Dagblad) voldoende acht.
4. De beslissing
De kantonrechter:
verleent aan Stef Gerardus Leonardus Laarakker, geboren op 19 juli 1999 te Reusel- De Mierden, handlichting om zelfstandig een bedrijf uit te gaan oefenen door maat te worden in een landbouwmaatschap en daarbij over de volgende bevoegdheden te beschikken: rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn om het bedrijf uit te oefenen, voor de maatschap te handelen en te tekenen, de maatschap aan derden en derden aan de maatschap te verbinden, mits binnen het maatschapsdoel;
bepaalt dat onderhavige beschikking (door de griffier) zal worden gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl;
bepaalt dat deze handlichting voor rekening van Stef Gerardus Laarakker bekend dient te worden gemaakt in het “Eindhovens Dagblad”.
Aldus gegeven te Eindhoven en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2016 door mr. P.M. Knaapen, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.