Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij op of omstreeks 21 januari 2016 te Overloon, gemeente Boxmeer, althans in het arrondissement Oost-Brabant, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet:
hij op of omstreeks 21 januari 2016 te Overloon, gemeente Boxmeer, althans in het arrondissement Oost-Brabant [slachtoffer 2] heeft mishandeld door genoemde [slachtoffer 2] - meermalen (met kracht) (met de vuist) op/tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam te slaan en/of stompen en/of - meermalen (met kracht) met een stok en/of een (bezem)steel, althans een hard voorwerp op/tegen het hoofd en/of de benen en/of het lichaam te slaan.
De formele voorvragen.
Bewijs
de rechtbank begrijpt dat wordt bedoeld: aangever [slachtoffer 1]]. Ik zag dat de mannen hierna elkaar met de vuisten sloegen. Ik zag dat zij beiden elkaar raakten met de vuisten over en weer. Ik zag dat de onbekende man zijn rechtervuist balde en deze achter zijn lichaam bracht. Ik zag dat de man zijn rechtervuist met een hevige kracht naar voren bracht. Ik zag dat zijn rechtervuist het hoofd van [slachtoffer 1] raakte. Ik zag dat [slachtoffer 1] op de grond viel en even bewusteloos was. Ik zag dat de onbekende man wegliep richting het einde van de gang. Ik hoorde dat de man in het Engels schreeuwde in de richting van [slachtoffer 1] . Ik zag dat [slachtoffer 1] zich door de groep mensen wurmde en richting de man liep. Ik zag dat de man opstond en zijn stoel oppakte bij twee poten. Ik zag dat de man [slachtoffer 1] met de stoel op zijn hoofd sloeg. Ik zag dat [slachtoffer 1] en de man elkaar wederom meerdere malen raakten met hun vuisten. Ik zag dat de groep medebewoners de mannen uit elkaar haalden. Ik zag dat de man naar zijn kamer, 8.205 bewoond door [verdachte] , liep.
(rechtbank begrijpt: verdachte). Tijdens het incident met het mes had de zwarte man de Turkse man vast en omklemde hij zijn nek met zijn boven- en onderarm. Dit is hetzelfde moment als wanneer ik het mes voor de eerste keer zag. Dat was pas toen het hoofd van de Turkse man in de nekklem zat en zijn pols vast zat. De Turkse man probeerde de zwarte man met een mes te raken.
de rechtbank begrijpt dat hier wordt bedoeld: 2016] ben ik naar mijn slaapkamer in het asielzoekerscentrum te Overloon gegaan en heb ik een bezemsteel gepakt. Ik ben toen met deze bezemsteel in mijn hand naar de kamer van de man uit Gambia [
de rechtbank begrijpt dat hier wordt bedoeld: aangever [slachtoffer 1]] gelopen en heb daar gezwaaid met de bezemstok. Uiteindelijk hebben enkele mensen ons uit elkaar gehaald. Ik heb de man uit Gambia een klap gegeven met een vuist en toen ging hij knock-out. Ik heb de man uit Gambia met de bezemstok geslagen, maar niet zo vaak.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
t.a.v. 01/845049-16 feit 1 primair:poging tot zware mishandeling
t.a.v. 01/845049-16 feit 2:mishandeling
t.a.v. 01/845049-16 feit 1 primair, feit 2, 01/248143-15 feit 1:Gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
t.a.v. 01/248143-15 feit 2:Een geldboete van € 290,00 (tweehonderdnegentig euro) te vervangen door 5 dagen hechtenis in het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Onttrekking aan het verkeer van het volgende in beslag genomen goed, te weten:Goednummer: PL2100-2016016762-943319
Gelast de teruggave van het volgende in beslag genomen goed, te weten:Goednummer: PL2100-2016016762-943320
[slachtoffer 1]in de vordering.
[slachtoffer 2]in de vordering.