Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Procesverloop
Overwegingen
Een automatisch vuurwapen, merk Uzi;
Een geluiddemper behorend bij het automatische vuurwapen, merk Uzi
Een leeg patroonmagazijn behoren bij dit atomische vuurwapen, merk Uzi
Patroonmagazijn behorend bij automatisch vuurwapen met daarin 32 patronen.
“Overtredingen softdrugs
Indien in woningen of bij de woningen behorende erven een middel als bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet (softdrugs) wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, met een hoeveelheid vanaf 6 planten of 30 gram, worden de volgende bestuursrechtelijke maatregelen getroffen:
15. Verweerder diende echter bij de uitoefening van zijn bevoegdheid naar het oordeel van de voorzieningenrechter wel rekening te houden met de bijzondere omstandigheid dat tussen het aantreffen van de softdrugs op 22 september 2015 en het opstellen van de bestuurlijke rapportage op 6 juni 2016 een periode van achtenhalve maand is gelegen en dat niet gebleken is van nieuwe overtredingen van de Opiumwet. Dat verweerder de bestuurlijke rapportage eerst na lange tijd van de politie heeft ontvangen dient voor rekening en risico van de burgemeester te komen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van
8 september 2010, ECL:NL:RVS:2010:BN6187). Het is aan verweerder om in de bezwaarfase dit tijdsverloop, anders dan in het bestreden besluit, kenbaar bij zijn heroverweging te betrekken. Het gegeven dat verweerder na het bekend worden van de bestuurlijke rapportage van 6 juni 2016 voortvarend heeft gehandeld, maakt dit niet anders.
16. Nu eraan kan worden getwijfeld of het bestreden besluit in bezwaar stand zal houden, terwijl het voor verzoekers van evident belang is om in hun woning te blijven en een woningsluiting onomkeerbaar is, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen.
17. De voorzieningenrechter ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten, die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden vastgesteld op € 496,–
(1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 496,– en een wegingsfactor 1).
18. Ook bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht van € 168,- aan verzoekers vergoedt.
Beslissing
2 september 2016.