Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
V.I. zaaknummer: 99.000037.22
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
A. hij, op of omstreeks 15 maart 2015 te Eindhoven, ter uitvoering van het door hem
A. hij op of omstreeks 15 maart 2015 te Eindhoven, met het oogmerk van wederrechtelijke
hij op of omstreeks 15 maart 2015 te Eindhoven, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 2] (met gebalde vuist) te slaan;
hij op of omstreeks 15 maart 2015 te Eindhoven, [slachtoffer 3] , in elk geval een persoon, heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 3] (met gebalde vuist) te slaan.
De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Inleiding.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
De bewezenverklaring.
A. op 15 maart 2015 te Eindhoven, ter uitvoering van het door hem voorgenomen
A. op 15 maart 2015 te Eindhoven, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
op 15 maart 2015 te Eindhoven, [slachtoffer 2] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 2] met gebalde vuist te slaan;
op 15 maart 2015 te Eindhoven, [slachtoffer 3] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 3] met gebalde vuist te slaan.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek van voorarrest en
- de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege en
- verbeurd verklaring van een geldbedrag van € 25,-- en teruggave van de overige in beslag genomen goederen aan de rechthebbende en
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 5.359,29 en
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot een bedrag van € 5.359,29 subsidiair 61 dagen hechtenis en
- toewijzing van de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van 600 dagen.
.
de terbeschikkingstelling
De op te leggen straf
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
A. Poging tot verkrachting en B. feitelijke aanranding van de eerbaarheid, beide feiten in eendaadse samenloop begaan.
Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Mishandeling
gevangenisstrafvoor de duur
van zes jaar.
Maatregel van schadevergoeding van € 4.038,28subsidiair 50 dagen hechtenis
toeen veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , van een bedrag van
€ 4.038,28(vierduizend achtendertig euro en achtentwintig eurocent).
toe. Gelast dat de vrijheidsstraf die als gevolg van de toepassing van de regeling voorwaardelijke invrijheidsstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog moet worden ondergaan, te weten voor de duur van 600 dagen.