ECLI:NL:RBOBR:2016:460
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het voorhanden hebben van cocaïne en een omgebouwd gaspistool
Op 5 februari 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van 255,36 gram cocaïne en een omgebouwd gaspistool met 50 kogelpatronen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De zaak kwam aan het licht na informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) dat de verdachte betrokken was bij de handel in cocaïne en het bezit van vuurwapens. De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking van de woning van de verdachte rechtmatig was, ondanks de verdediging die aanvoerde dat deze onrechtmatig was. De rechtbank verwierp dit verweer en concludeerde dat er voldoende verdenking was om de doorzoeking te rechtvaardigen. De verdachte werd gedeeltelijk vrijgesproken van het bezit van amfetamine, omdat het bewijs daarvoor niet overtuigend was. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf. De uitspraak benadrukt de gevaren van het bezit van harddrugs en vuurwapens en de noodzaak van een strenge aanpak van dergelijke misdrijven.