Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Bronnen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van de verdachte.
De motivering van de beslissing.
pro justitiaopgesteld. Uit het onderzoek is gebleken dat er bij de verdachte geen sprake is van psychiatrische problematiek in engere zin, zoals een psychotische, stemmings- of angststoornis. Evenmin is er bij hem sprake van verslavingsproblematiek, een ontwikkelingsstoornis (zoals ADHD of autisme) of forensisch relevante beperkingen in de intelligentie. Hoewel het door het gebrek aan psychologische testgegevens niet mogelijk is geweest om het klinisch beeld van verdachtes persoonlijkheid te kunnen objectiveren, bestaan er geen aanknopingspunten voor enig disfunctioneren op welk gebied dan ook. Integendeel, volgens de deskundigen maakt de verdachte op basis van de ontvangen informatie van zijn broer en de medewerkers van Vluchtelingenwerk, in combinatie met de gespreksindrukken van de individuele onderzoekers alsook die van de groepsleiding, de indruk zich probleemloos en vlot te hebben aangepast in Nederland. Door de deskundigen is geadviseerd om de verdachte volledig toerekeningsvatbaar te achten voor het ten laste gelegde.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straf:
gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren;
maatregel: