ECLI:NL:RBOBR:2016:4327

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 augustus 2016
Publicatiedatum
8 augustus 2016
Zaaknummer
01/845130-16
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in woningovervalzaak door gebrek aan steunbewijs voor DNA-sporen

Op 9 augustus 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woningoverval die plaatsvond op 5 augustus 2014 te Stiphout. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken omdat er onvoldoende steunbewijs was voor de bij de woning aangetroffen DNA-sporen van de verdachte. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 4 juli 2016, en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging. De officier van justitie stelde dat de verdachte één van de twee daders was, maar de rechtbank oordeelde dat het DNA-profiel van de verdachte, dat was aangetroffen op een plastic tas en een zakje met tie-wraps, niet voldoende bewijs opleverde om tot een veroordeling te komen.

De rechtbank concludeerde dat er geen voldoende steunbewijs was om de verdachte te veroordelen, ondanks de aanwezigheid van enkele belastende elementen zoals tapgesprekken en camerabeelden. De rechtbank achtte de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen en sprak de verdachte vrij. Tevens werd de benadeelde partij, [slachtoffer 1], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten van de benadeelde partij werden op nihil begroot. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, met mr. B.A.J. Zijlstra als voorzitter en mr. P.J.H. Van Dellen en mr. H.F. van Kregten als leden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/845130-16
Datum uitspraak: 09 augustus 2016
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adresgegevens] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 juli 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 4 juli 2016.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 05 augustus 2014 te Stiphout, gemeente Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen aan de [adres 1] , heeft weggenomen een luchtbuks, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- die [slachtoffer 1] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) (onder meer met een hard voorwerp) op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer 1] met tape heeft/hebben vastgebonden en/of
- de mond van die [slachtoffer 1] heeft/hebben dicht gemaakt met tape en/of
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben bedreigd met de dood;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte één van de twee daders is geweest van de woningoverval die op 5 augustus 2014 te Stiphout aan de [adres 1] plaatsvond.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Het standpunt van de verdediging.

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van de ten laste gelegde woningoverval moet worden vrijgesproken.

Vrijspraak.

Uit onderzoek is gebleken dat het DNA-profiel van verdachte is aangetroffen op het hengsel van een plastic tas van Albert Heijn en op een zich in voornoemde tas bevindend zakje met tie-wraps. Nu deze plastic tas met inhoud een verplaatsbaar object betreft, is het aantreffen van de beide DNA-profielen van verdachte voor de rechtbank onvoldoende om enkel op grond daarvan te komen tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde woningoverval. De vraag is dan of er voldoende steunbewijs is om te komen tot bewezenverklaring. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit steunbewijs. De officier van justitie heeft onder meer gewezen op enkele tapgesprekken, een foto van een wapen in de mobiele telefoon van verdachte, camerabeelden bij de plaats delict en tie-wraps die in de woning van verdachte zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze bevindingen echter onvoldoende belastend voor verdachte om te kunnen dienen als steunbewijs naast de op de plaats delict aangetroffen DNA-profielen van verdachte.
De rechtbank acht hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd om deze reden niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte van het ten laste gelegde vrijspreken.

De vordering van de benadeelde partij.

Nu verdachte van het hem ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, dient de benadeelde partij in de vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij zal worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.

DE UITSPRAAK

Vrijspraak
De rechtbank verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. B.A.J. Zijlstra, voorzitter,
mr. P.J.H. Van Dellen en mr. H.F. van Kregten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken op 9 augustus 2016.
Mr. H.F. van Kregten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.