ECLI:NL:RBOBR:2016:4326
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.H. Van Dellen
- B.A.J. Zijlstra
- H.F. van Kregten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering na vrijspraak van verdachte in strafzaak
Op 9 augustus 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de ontnemingszaak met parketnummer 01/865072-15. De vordering van de officier van justitie was gericht op het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 67.242,19, ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze vordering was gebaseerd op het feit dat de verdachte, die in 1978 geboren is en woonachtig is op een onbekend adres, in een eerdere strafzaak was beschuldigd van heling van een Porsche 911 SC Targa. Tijdens de zitting op 26 juli 2016 is de verdachte echter vrijgesproken van dit feit, omdat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering tijdig was ingediend, maar dat er geen basis was voor de ontnemingsvordering, gezien de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er niet kon worden vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel had verkregen uit het feit waarvoor hij was vrijgesproken. Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. P.J.H. Van Dellen, met de leden mr. B.A.J. Zijlstra en mr. H.F. van Kregten. De griffier mr. E.C.M. Boerboom was aanwezig bij de uitspraak, die op 9 augustus 2016 werd gedaan. Mr. H.F. van Kregten was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.