ECLI:NL:RBOBR:2016:4326

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
9 augustus 2016
Publicatiedatum
8 augustus 2016
Zaaknummer
01/865072-15 ontneming
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing ontnemingsvordering na vrijspraak van verdachte in strafzaak

Op 9 augustus 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de ontnemingszaak met parketnummer 01/865072-15. De vordering van de officier van justitie was gericht op het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 67.242,19, ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze vordering was gebaseerd op het feit dat de verdachte, die in 1978 geboren is en woonachtig is op een onbekend adres, in een eerdere strafzaak was beschuldigd van heling van een Porsche 911 SC Targa. Tijdens de zitting op 26 juli 2016 is de verdachte echter vrijgesproken van dit feit, omdat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering tijdig was ingediend, maar dat er geen basis was voor de ontnemingsvordering, gezien de vrijspraak van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er niet kon worden vastgesteld dat de verdachte wederrechtelijk voordeel had verkregen uit het feit waarvoor hij was vrijgesproken. Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. P.J.H. Van Dellen, met de leden mr. B.A.J. Zijlstra en mr. H.F. van Kregten. De griffier mr. E.C.M. Boerboom was aanwezig bij de uitspraak, die op 9 augustus 2016 werd gedaan. Mr. H.F. van Kregten was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer ontneming: 01/865072-15 Datum uitspraak: 9 augustus 2016
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
wonende te [adresgegevens] .

Onderzoek van de zaak:

De vordering van de officier van justitie strekt tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 67.242,19 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De vordering ziet op het in de onderliggende strafzaak onder 4 ten laste gelegde feit.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 juli 2016.

De beoordeling

De vordering is tijdig ingediend.
De vordering is zoals hiervoor reeds vermeld gegrond op verkregen voordeel uit de onder feit 4 ten laste gelegde heling van een Porsche 911 SC Targa. De rechtbank heeft betrokkene bij vonnis van 9 augustus 2016 van dit feit vrijgesproken op de grond dat het ten laste gelegde niet bewezen kan worden. Gelet op deze vrijspraak kan niet worden vastgesteld dat verdachte uit dit feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Op grond van het voorgaande wijst de rechtbank de vordering van de officier van justitie af.

DE UITSPRAAK

Wijst de vordering van de officier van justitie af.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P.J.H. Van Dellen, voorzitter,
mr. B.A.J. Zijlstra en mr. H.F. van Kregten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. E.C.M. Boerboom, griffier,
en is uitgesproken op 9 augustus 2016.
Mr. H.F. van Kregten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.