Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[veroordeelde] ,
Onderzoek van de zaak:
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 augustus 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die was aangeklaagd voor het exploiteren van een hennepkwekerij. De veroordeelde had afstand gedaan van een in beslag genomen geldbedrag van € 2.000,--, dat hij had verdiend met de teelt van hennepplanten. De officier van justitie vorderde de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 6.868,44 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat de tweede berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, die was opgesteld na de eerste berekening, correct was. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de ontnemingsvordering, ondanks het verweer van de verdediging dat de berekeningen onbetrouwbaar waren.
De rechtbank heeft vervolgens de feiten en omstandigheden rondom de hennepkwekerij en de opbrengsten daarvan beoordeeld. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de veroordeelde met behulp van growboxen één hennepoogst van twaalf planten had gerealiseerd, wat resulteerde in een opbrengst van € 841,82. De veroordeelde had echter verklaard dat hij € 2.000,-- had verdiend met de teelt van hennep, wat ook werd aangetroffen tijdens de doorzoeking van zijn woning. De rechtbank achtte het aannemelijk dat dit bedrag door het plegen van een strafbaar feit was verkregen.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het in beslag genomen geldbedrag van € 2.000,-- in mindering moest worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel. Aangezien het bedrag dat de veroordeelde had genoten gelijk was aan het in beslag genomen bedrag, concludeerde de rechtbank dat de veroordeelde geen voordeel had verkregen uit de bewezen verklaarde feiten of andere strafbare feiten. De rechtbank wees daarom de vordering van de officier van justitie af.