In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 20 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een marktkoopman, eiser, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, verweerder. Eiser, die zonder vaste standplaats opereert, is door verweerder voor de duur van twee jaar uitgesloten van deelname aan markten in Eindhoven vanwege wangedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag op 26 en 29 mei 2015, waarbij hij zich verbaal dreigend heeft uitgelaten tegen de marktmeesters. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de sanctie, maar de rechtbank oordeelt dat de sanctie niet voldoet aan het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank heeft de sanctie gematigd naar zes maanden, in plaats van de eerder opgelegde twee jaar, en heeft het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het griffierecht van € 168,00 aan eiser moet vergoeden en de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.488,00 moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.