2.2.De deskundige heeft op 16 december 2015 rapport uitgebracht. Samengevat heeft hij de vragen als volgt beantwoord:
Ad 1. De neerslag die tussen 27 juli 8.00 uur en 29 juli 8.00 uur is gevallen, is van een dermate hoeveelheid en intensiteit dat deze niet zonder meer door de omgeving (infiltratie van regenwater in tuinen en openbaar groen) en het rioleringssysteem kan worden verwerkt. Met name de hevige neerslag rond 22.00 uur op 28 juli overschrijdt ruimschoots de capaciteit van het rioolstelsel. Bij hevige neerslag zoals op de avond van 28 juli zal het regenwater dat niet door het riool kan worden verwerkt, via de rijweg en tuinen afstromen richting het laagste punt. Dit laagste punt is de [adres eisers] (rb: perceel van [eisers] ). Op dit laagste punt kan ook rioolwater uit de riolering stromen via de kolken langs de weg. Geconcludeerd kan worden dat de voorgeschiedenis, de hoeveelheid en intensiteit van de neerslag op 28 juli 2012 de aanleiding is geweest voor de wateroverlast bij perceel [adres eisers] . Ook uittredend rioolwater heeft bijgedragen aan de wateroverlast.
Ad 2. Berekend volgens de methode WOLK (WaterOverlast Landschaps Kaart) is er ongeveer 107 m3 (regen)water naar de oprit en woning van [eisers] gestroomd en heeft er in de tuin circa 4 m3 water gestaan. Op het perceel van [eisers] verzamelt zich het meeste water aan de noordzijde van de woning (voor de garage). Vanaf de rijweg van de [naam wijk/straat] is 57 m3 regenwater via de inrit naar het lage deel voor de garage gestroomd. Vanaf het voet-/fietspad langs de [straatnaam 2] is 11 m3 regenwater via de tuin naar het lage deel voor de garage gestroomd. 10 m3 is daarheen afgestroomd vanuit de tuin van [eisers] zelf en 29 m3 vanuit de hoger gelegen tuinen van de buren. Op 28 juli 2012 heeft zich een situatie voorgedaan die dicht komt bij T=5 (29,4 mm neerslag in 60 minuten). Uit berekeningen van Grontmij blijkt dat in die situatie ongeveer 20 tot 40 cm rioolwater op straat staat ter hoogte van [adres eisers] . Bij deze T=5 situatie treedt er volgens de berekeningen van Grontmij circa 46 m3 rioolwater via de putten en/of kolken vlakbij [adres eisers] uit de riolering. Dit rioolwater zal naar het laagste punt van de [naam wijk/straat] zijn gestroomd en van daar het perceel [adres eisers] op. Omdat het grootste deel van dit rioolwater zich bij het regenwater op het perceel van [eisers] heeft gevoegd, zal rond diens pand ongeveer 150 m3 water hebben gestaan. De conclusie is dat de wateroverlast op het perceel [adres eisers] grotendeels is veroorzaakt door afstromend water vanaf de [naam wijk/straat] , het voet-/fietspad langs de [straatnaam 2] en de buurpercelen. Ook is uittredend rioolwater naar het perceel [adres eisers] gestroomd.
Ad 3. Op 28 juli 2012 is ’s avonds meer water in een uur gevallen (namelijk 28,4 mm) dan bij bui 08 (19,8 mm) het geval is. De neerslagwaarden (intensiteiten) waren op 28 juli gedurende de eerste 25 minuten hoger dan bij bui 08, in de volgende 35 minuten waren de neerslagwaarden lager dan bij bui 08.
Ad 4. In de avond van 28 juli 2012 was op de [naam wijk/straat] en het voet-/fietspad van de [straatnaam 2] sprake van een water-op- straat-situatie.
Ad 5. Van de [naam wijk/straat] is circa 57 m3 regenwater dat niet meer op straat geborgen kon worden afgestroomd naar perceel [adres eisers] . Op straat is ongeveer 4,6 m3 regenwater blijven staan. Op het voet-/fietspad van de [straatnaam 2] is ter plaatse van perceel [adres eisers] circa 7 m3 water op straat blijven staan. Circa 11 m3 is de tuin van perceel [adres eisers] ingelopen. Daarnaast is circa 46 m3 rioolwater naar perceel [adres eisers] afgestroomd.
Ad 6. De situering van de straatkolken en de onderhoudstoestand van de riolering zijn naar verwachting beperkt van invloed geweest op het ontstaan van de wateroverlast. Deze kunnen hoogstens er aan hebben bijgedragen dat de wateroverlast enkele minuten eerder optrad.
Ad 7. Medio september 2013 heeft Gemeente Cuijk een overstort op de berging [naam wijk/straat] / [straatnaam 3] gerealiseerd. Verder is in het najaar van 2014 het riool in de [straatnaam 4] vergroot. Naast het bestaande riool is een riool aangelegd met een diameter van 800 mm. Ook de schildmuur ter hoogte van het Kerkhof is verwijderd. Grontmij heeft het effect van deze maatregelen voor het perceel van [eisers] berekend op een afname van de kans op wateroverlast van 1 x per 2 jaar naar 1 x per 2 tot 5 jaar. Daarbij heeft Grontmij nog gerekend met een diameter van 600 mm voor het riool in de [straatnaam 4] in plaats van 800 mm. Die extra vergroting kan ertoe bijdragen dat de overlast verder afneemt. Omdat met bovenstaande maatregelen niet alle problemen voor het perceel [adres eisers] zijn opgelost, zijn aanvullende maatregelen nodig. Omdat er vele maatregelen mogelijk zijn, met daarbij weer vele subvarianten, is een eerste verkenning uitgevoerd om inzicht te krijgen in de totale kosten van de oplossingen. Bij een keuze voor één van de maatregelen zal een nadere uitwerking nodig zijn om de exacte maatregelen en kosten te bepalen. In principe zijn drie strategieën te volgen:
1. Maatregelen treffen in (hoofdzakelijk) de openbare ruimte:
Het verwijderen van de kolken op het laagste traject van de [naam wijk/straat] , het aanbrengen van drempels en lijngoten op de [naam wijk/straat] en een ondergrondse berging (bijvoorbeeld bestaande uit kunststof infiltratiekratjes) ter grootte van ongeveer 22 m3 en het knevelen van de putdeksel van de riolering in het laagste deel. Een en ander zoals weergegeven in figuur 3.6 in het rapport. De bergingscapaciteit is voldoende voor het verwerken van bui 9. Op eigen terrein moet de pompinstallatie die het regenwater van de inrit en het vuilwater van de woning verpompt van een terugslagklep worden voorzien om terugstroming van rioolwater bij een volle riolering te voorkomen.
Het plaatsen van een hoge opsluitband of trottoirband (figuur 3.7 in het rapport) op openbaar of particulier terrein die zo’n 10 cm boven het voetpad-/fietspad langs de [straatnaam 2] uitsteekt om het regenwater dat afstroomt van dat pad van het perceel [adres eisers] weg te houden. Bij het bepalen van de lengte van de band moet er rekening mee gehouden worden dat deze niet te kort moet zijn omdat als alleen met perceel [adres eisers] rekening wordt gehouden het regenwater kan afstromen naar andere percelen. De totale kosten voor het treffen van maatregelen in de openbare ruimte wordt geraamd op (€ 23.564,00 [naam wijk/straat] + € 2.250,00 [straatnaam 2] =) € 25.814,00.
2. Opvang op eigen perceel:
Door een drempel vlak voor de inrit van het perceel te plaatsen kan enige (extra) waterberging op de rijweg ( [naam wijk/straat] ) gerealiseerd worden. Een tweede drempel moet voorkomen dat het water in het pand komt en zorgt ervoor dat het water geleid wordt naar een ondergrondse berging. Om een bui 9 op te vangen dient circa 150 m3 water geborgen te worden. Daarvoor is een voorziening nodig van ongeveer 5 m breed, 1,5 m diep en 20 m lang. Dit zouden kunststof infiltratiekratjes kunnen zijn. Hierin kan ook het afstromend water van de [straatnaam 2] en de buurpercelen geborgen worden. Daartoe moeten dan inloopopeningen (bijvoorbeeld straatkolken) naar de berging worden gemaakt. De berging moet waterdicht zijn om te voorkomen dat enerzijds grondwater het systeem kan binnendringen en anderzijds om te voorkomen dat opgeslagen rioolwater in de bodem infiltreert. Lediging van de berging vindt plaats door de berging met een pvc-buis aan te sluiten op de huidige pompinstallatie. De pompinstallatie moet van een terugslagklep worden voorzien en de putdeksel van de riolering bij de oprit naar het perceel moet gekneveld worden. De te treffen maatregelen zijn weergegeven in de figuren 3.8 en 3.9 in het rapport. De kosten van de opvang op eigen terrein worden geraamd op € 105.159,00.
3. Isoleren van het perceel van de omgeving:
Het perceel kan door een keerwand te plaatsen die boven het maaiveld uitsteekt geïsoleerd worden ten opzichte van de omgeving. Deze oplossing is weergegeven in figuur 3.10 in het rapport. Aan de kant van de [naam wijk/straat] moet de keerwand ongeveer 1 m boven het maaiveld uitsteken. Ter plaatse van de inrit zal dit een waterdicht schuifhek moeten zijn. Aan de overige zijden dient de keerwand minimaal 1 m boven het aangrenzende maaiveld uit te steken. De kosten van deze variant worden geraamd op € 102.059,00.
Ad 8. De lage ligging van perceel [adres eisers] maakt dat het regenwater dat niet infiltreert of niet op straat kan worden geborgen het eerst naar dit perceel afstroomt. Als het perceel een paar meter hoger had gelegen zouden de maatregelen niet voor de bescherming van dit perceel nodig zijn geweest, met uitzondering van de voorziening om het afstromen van regenwater vanaf het voetpad-/fietspad langs de [straatnaam 2] . Het probleem zou zich dan verplaatsen naar de verdiept gelegen garage op perceel [perceel/adres] en/of naar de woning van [perceel/adres] .
Ad 9. Door de klimaatontwikkelingen zal de intensiteit van de neerslag (met name in de zomerperiode) ten eerste heviger worden. Er zullen meer buien gaan vallen die op zich kort duren (maximaal 1-2 uur), maar waarin veel neerslag valt. Als alleen op of direct rond perceel [adres eisers] maatregelen getroffen worden op basis van de huidige uitgangspunten (bui 8 of bui 9), kan het bij een volgende bui weer mis gaan. Alleen een (hoge) keerwand rond het perceel of het aanbrengen van meer berging op het perceel kan dan voldoende bescherming bieden. Ten tweede geldt dat als de toestroom van water naar perceel [adres eisers] wordt geweerd een andere plek in de buurt het laagste punt wordt en daar problemen zullen gaan optreden. Ten derde ligt een groot deel van het probleem bij de tuinen van de buren. Volgens de berekeningen komt een aanzienlijke hoeveelheid water daar vandaan. Nagegaan moet worden of dit thans ook werkelijk nog zo is. Mogelijk hebben de buren na 28 juli 2012 al maatregelen getroffen of anderszins wijzigingen aangebracht die van invloed zijn op de hoeveelheid afstromend regenwater.