Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2011 te Veulen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 83, althans een groot aantal 'vrachtbrief/-en-vervoerdocument(en) CMR's' (hierna: CMR), te weten (onder meer) - de CMR genummerd [nummer 1] (map 13, tab 56) en/of
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) valselijk en/of in strijd met de waarheid op voornoemd(e) document(en)
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2011 te Veulen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen al dan niet opzettelijk (een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35, van de EG-Verordening overbrenging van afvalstoffen, aangezien de overbrenging van België naar Nederland van afvalstoffen, te weten BioAid (zijnde een 'bijtende basische organische vloeistof, N.E.G.', ADR klasse 8, UN 3267) en/of azijnzuuroplossing (met methanol) (telkens) geschiedde zonder kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig die EG-verordening.
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
Inleiding.
De standpunten van de officier van justitie en van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewezenverklaring.
op tijdstippen in de periode 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2011 te Veulen, opzettelijk een groot aantal 'vrachtbrievenen vervoerdocumenten CMR's' (hierna: CMR), te weten onder meer - de CMR genummerd [nummer 1] (map 13, tab 56) en
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft zij, verdachte, telkens valselijk en in strijd met de waarheid op voornoemde documenten
op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2009 tot en met 31 maart 2011 in Nederland opzettelijk handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 2, onder 35, van de EG-Verordening overbrenging van afvalstoffen, aangezien de overbrenging van België naar Nederland van afvalstoffen, te weten BioAid, zijnde een 'bijtende basische organische vloeistof, N.E.G.', ADR klasse 8, UN 3267 en azijnzuuroplossing met methanol telkens geschiedde zonder kennisgeving aan alle betrokken bevoegde autoriteiten, overeenkomstig die EG-verordening.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Algemeen.
Strafverzwarende omstandigheden.
Strafmatigende omstandigheden.
Conclusie.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde feit.
Valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde feit.
Overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 10.60 tweede lid van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.
geldboete van € 35.000,--[vijfendertigduizend euro]