Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
1. hij op of omstreeks 09 februari 2016 te Deurne ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet, die [slachtoffer] , meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp, in diens buik heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. hij op of omstreeks 09 februari 2016 te Deurne een of meer wapens van categorie I, onder sub 1, te weten een vlindermes, voorhanden heeft gehad.
De formele voorvragen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De verklaringen van verdachte.
De verklaring van aangever [slachtoffer] .
Aanvraagformulier medische informatie.
Het relaas van [verbalisant 1] .
Het relaas van [verbalisant 2] .
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
psycholoog drs. M.H. Keppeleen rapport over verdachte uitgebracht. De psycholoog concludeert het volgende. Betrokkene is een 19-jarige jongeman die voor wat betreft zijn cognitief functioneren functioneert op zwakbegaafd niveau. Er is bij betrokkene sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van cannabisafhankelijkheid (in vroege gedwongen remissie), ADHA en PDD-NOS. Ten gevolge van de PDD-NOS is er tevens sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens als ook in de vorm van zwakbegaafdheid en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. Daarnaast is sprake van alcoholmisbruik. Genoemde ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestonden ook ten tijde van het tenlastegelegde.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte, mede gelet op de inhoud van het psychologisch rapport, in het kader van die bijzondere voorwaarden voor langere tijd moet worden opgenomen en behandeld in een kliniek voor forensische jeugdpsychiatrie.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 1 primair:Poging tot doodslagT.a.v. feit 2:Handelen in strijd met artikel 13 eerste lid van de Wet wapens en munitie Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
T.a.v. feit 1 primair, feit 2:Jeugddetentie voor de duur van 365 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 251 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren
algemene voorwaardendat de veroordeelde:
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde: