ECLI:NL:RBOBR:2016:3287
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bestuursrechtelijke maatregelen tegen mestverwerkingsinstallatie in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Molenakker CV en Molenbrand CV, beide gevestigd te Boekel, en de gedeputeerde staten van Noord-Brabant. De zaak betreft handhaving van bestuursrechtelijke maatregelen tegen de aanwezigheid van een mestverwerkingsinstallatie op het perceel Neerbroek 29 te Boekel, welke in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat het bestuursorgaan bevoegd was om handhavend op te treden, omdat er geen concreet zicht op legalisering bestond. De rechtbank stelt vast dat de aanvraag voor een omgevingsvergunning afhankelijk was van een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad, die nog niet was verleend. Bovendien was er geen herziening van het bestemmingsplan aangevraagd en was het college van burgemeester en wethouders niet bereid om medewerking te verlenen aan de mestverwerking door een binnenplanse wijziging. De rechtbank concludeert dat de handhaving niet onevenredig was in verhouding tot de te dienen doelen en dat er geen schending van het beginsel van fair play was. De beroepen van Molenakker en Molenbrand worden ongegrond verklaard.