ECLI:NL:RBOBR:2016:3026
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.P.J. Scheele
- E.C.P.M. Valckx
- S.B.C. Nicolaes
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel na veroordeling voor gewoontewitwassen
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 10 juni 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure naar aanleiding van een eerdere veroordeling voor medeplegen van gewoontewitwassen. De veroordeelde was eerder op 4 april 2014 veroordeeld, waarbij het wederrechtelijk verkregen voordeel was vastgesteld op € 58.286,-. De rechtbank heeft in deze procedure de betalingsverplichting aan de Staat gematigd tot € 53.286,- vanwege het overschrijden van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie tijdig was ingediend en dat de veroordeelde voordeel had verkregen uit de feiten waarvoor zij was veroordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het door de veroordeelde verkregen voordeel € 58.286,- bedraagt, wat bestond uit ontvangen cadeaus, giften en andere financiële voordelen. De rechtbank heeft ook de draagkracht van de veroordeelde beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding was voor verdere matiging van de vordering, ondanks de lange duur van de procedure. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden betrokken waren, en is in aanwezigheid van de griffier uitgesproken.