ECLI:NL:RBOBR:2016:3025
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.P.J. Scheele
- E.C.P.M. Valckx
- S.B.C. Nicolaes
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor verduistering en gewoontewitwassen met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 10 juni 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde die eerder door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch was veroordeeld voor verduistering en gewoontewitwassen. De veroordeelde, die als boekhouder werkte, had gedurende een periode van zes jaar aanzienlijke bedragen verduisterd van zijn werkgever. Het Gerechtshof had in 2014 vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 2.644.274,23 bedroeg, en de rechtbank heeft dit bedrag in het kader van de ontnemingsprocedure verder beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het door de veroordeelde verkregen voordeel uiteindelijk op € 2.344.268,75 komt, na aftrek van bepaalde bedragen en kosten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een vermindering van de betalingsverplichting aan de Staat tot € 2.339.268,75. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tijdig ingediend geacht en heeft de relevante wetsartikelen toegepast, waaronder artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar gemaakt op 10 juni 2016.