In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft eiseres, INVESTMENTS B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, GEBR. METAALRECYCLING B.V., wegens ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatig gebruik van haar eigendom. De zaak betreft het gebruik van dukdalven door gedaagde zonder toestemming van eiseres. Eiseres was tot 31 maart 2015 eigenaresse van een perceel met dukdalven in de haven van [plaats], waar gedaagde vanaf mei 2012 duwbakken heeft afgemeerd. Eiseres heeft gedaagde in april 2014 verzocht om geen gebruik meer te maken van de dukdalven, maar gedaagde heeft dit pas in augustus 2014 beëindigd.
Eiseres vorderde een schadevergoeding van € 62.089,60, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde dat gedaagde ongerechtvaardigd was verrijkt door gebruik te maken van haar dukdalven zonder vergoeding. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat eiseres geen schade had geleden. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen, omdat eiseres geen feitelijke schade had ondervonden en de financiële positie van eiseres niet was verslechterd door het gebruik van de dukdalven door gedaagde. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiseres niet toewijsbaar was en veroordeelde haar in de proceskosten.
Het vonnis werd uitgesproken op 8 juni 2016 door mr. J.A. Bik, waarbij de rechtbank de vorderingen van eiseres afwees en haar in de proceskosten veroordeelde tot een bedrag van € 3.697,00, te vermeerderen met wettelijke rente.