Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
31 mei 2016
Rechtbank Oost-Brabant
Op 31 mei 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer en betreft een periode van meermalen gepleegde ontuchtige handelingen met een 14-jarig slachtoffer in Oss, Nederland, tussen 1 november 2014 en 28 december 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting verklaard dat hij seksuele handelingen heeft verricht met het slachtoffer, wat door de rechtbank als voldoende bewijs werd beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van €400,- te betalen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van de daden voor het slachtoffer. De rechtbank heeft ook de vordering van de officier van justitie in overweging genomen, die een zwaardere straf had geëist, maar heeft geoordeeld dat de opgelegde straf recht doet aan de ernst van het delict. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.