Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Gemeente Gemert-Bakel,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Gemeente Gemert-Bakel, als eiseres, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand met betrekking tot een woonwagen en standplaats. De Gemeente vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonwagen, alsook betaling van een achterstand van € 10.073,44. De huurovereenkomst was in het geding, omdat [gedaagde] in gebreke was gebleven met de huurbetalingen, wat resulteerde in een huurachterstand van € 9.032,72 tot en met april 2016. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente haar vordering heeft verminderd tot dit bedrag en dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
Tijdens de zitting heeft [gedaagde] verweer gevoerd, stellende dat de Gemeente te lang had gewacht met juridische stappen en dat hij een waslijst aan gebreken had geconstateerd aan de woonwagen. Hij beroept zich op zijn wettelijk opschortingsrecht, maar de kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] niet aannemelijk heeft gemaakt dat er goede gronden zijn voor opschorting van de huurbetalingen. De Gemeente heeft ter zitting verklaard dat zij niet op de hoogte was van klachten over gebreken en dat zij bereid is om een betalingsregeling te treffen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkoming van [gedaagde] in de nakoming van zijn verplichtingen zo ernstig is dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De vorderingen van de Gemeente zijn toegewezen, inclusief de gebruiksvergoeding tot aan de ontruiming. [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de kosten van de procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.