ECLI:NL:RBOBR:2016:2674
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.W. van den Heuvel
- S.J.W. Hermans
- S.B.C. Nicolaes
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerijen
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 26 mei 2016 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte die betrokken was bij twee hennepkwekerijen. De verdachte heeft in totaal tien oogsten gerealiseerd, wat heeft geleid tot een wederrechtelijk verkregen voordeel van €123.284,63. De officier van justitie vorderde aanvankelijk een bedrag van €206.970,84, maar heeft dit bedrag later aangepast naar €123.335,39, rekening houdend met kosten die in mindering moesten worden gebracht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en het voordeel vastgesteld op €123.284,63, na aftrek van diverse kosten zoals huur en knipkosten. De rechtbank heeft de verklaring van een getuige als betrouwbaar beoordeeld en deze als basis genomen voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De verdachte heeft verweer gevoerd tegen de ontnemingsmaatregel, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte niet in staat zou zijn om het bedrag te betalen. De rechtbank heeft de verdachte de verplichting opgelegd om het bedrag van €123.284,63 aan de Staat te betalen, ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 26 mei 2016.