In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 14 april 2016, is het wrakingsverzoek van de verzoeker afgewezen. De verzoeker had verzocht om wraking van mr. J.M.J. Godrie, die als rechter betrokken was bij de behandeling van een civiele zaak met nummer 4707248 CV EXPL 15-15469. De verzoeker stelde dat de rechter niet onbevooroordeeld kon oordelen, omdat hij een Nederlandse vertaling van de conclusie van antwoord had gevraagd, terwijl deze al eerder in het Engels was ingediend. De rechtbank oordeelde echter dat het vragen om een vertaling een procedurele beslissing is en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat het rechtsmiddel van wraking niet bedoeld is om te reageren op onwelgevallige procedurele beslissingen. De verzoeker was niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, en de rechter had zijn standpunt schriftelijk toegelicht. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen.