Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
v.i.. zaaknummer: 99-000256-28 (01/885089-12)
Rechtbank Oost-Brabant
Op 22 januari 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 26 september 2015 te Helmond een pistoolmitrailleur (CZ Scorpion) en 5,4 gram cocaïne voorhanden had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die preventief gedetineerd was, zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen van categorie II en het opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne, een middel als bedoeld in de Opiumwet. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft tevens bepaald dat hij een eerder opgelegde gevangenisstraf van 97 dagen, die niet ten uitvoer was gelegd vanwege een voorwaardelijke invrijheidsstelling, alsnog moet uitzitten. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de maatschappelijke gevolgen van het illegale wapenbezit en drugshandel. De verdachte had verklaard het wapen te hebben aangeschaft voor gebruik in een videoclip, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet afdoet aan de ernst van zijn handelen. De rechtbank heeft de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd aan strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de leden de zaak hebben behandeld en de griffier aanwezig was.