Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 februari 2013 tot en met 4 maart 2015 te Weert en/of Schaik, in elk geval in Nederland en/of Overpelt en/of Hamont-Achel, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal metamfetamine en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, (telkens) zijnde (een) middel(en) vermelde op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van (een) (andere) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden n/of te bevorderen
2. hij, als marktdeelnemer, op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 februari 2013 tot en met 4 maart 2015 te Weert en/of Schaik, in elk geval in Nederland, en/of te Overpelt en/of Hamont-Achel, in elk geval in België tezamen en in vereniging met (een) ander(en) althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bevoegde instanties, (telkens) opzettelijk niet onverwijld in kennis heeft gesteld van (een) voorval(len) met betrekking tot geregistreerde stoffen, te weten zoutzuur en/of zwavelzuur en/of methylethylketon en/of kaliumpermanganaat, dat er op wijst of kan wijzen dat deze in de handel te brengen geregistreerde stoffen wellicht misbruikt zullen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen of psychotrope stoffen.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De verklaring van verdachte.
De verklaringen van [medeverdachte 1] .
(de rechtbank: foto’s van camerabeelden van 20 november 2014, bij de loods in Overpelt, respectievelijk pag. 2037 en 2039)is [verdachte] . [verdachte] heeft op 20 november 2014 de spullen afgehaald bij mijn loods in Overpelt; daarover had hij mij geïnformeerd. Deze partij methanol is door [verdachte] bij mij besteld. Ik weet niet waar die partij heen is gegaan. [5]
De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 2] .
Het relaas van [verbalisant 1] .
Observaties op 3 en 5 november 2014.
Het relaas van [verbalisant 2] .
Het relaas van [verbalisant 3] .