Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 april 2016 in de zaak tussen
[eisers] , te [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden, verweerder
[derde-partij], te [plaats] (gemachtigde: mr. F.A. Pommer).
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank ziet om dezelfde reden geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen waarbij de ponsmachine wordt uitgeschakeld. De rechtbank beseft enerzijds dat hiermee geen eind komt aan de geluidsoverlast die eisers stellen te ervaren, maar de rechtbank kan anderzijds niet de ogen sluiten voor de belangen van VMC bij het in gebruik houden van de ponsmachine, terwijl thans niet vast staat of het gebruik van de machine automatisch resulteert in een overtreding van de toepasselijke grenswaarden.
De rechtbank zal verweerder evenmin verplichten maatwerkvoorschriften op te leggen. Ook dit is een bevoegdheid waarbij verweerder beleidsvrijheid toekomt. Daarbij dient verweerder een belangenafweging te maken. Indien wordt besloten tot het stellen daarvan, heeft verweerder een zekere beoordelingsvrijheid bij de vaststelling van wat nodig is ter bescherming van het milieu. De rechtbank verwijst naar haar uitspraak van 30 juni 2011 (ECLI:NL:RBSHE:2011:BR1160).
Met betrekking tot het door de StAB opgestelde meetplan overweegt de rechtbank het volgende. Het betreft een meetplan ter uitvoering van een door partijen op de eerste zitting en tweede inlichtingencomparitie besproken oplossingsrichting. De StAB heeft hiervoor bindende aanwijzingen gegeven en een meetplan opgesteld dat voorziet in twee meetsessies teneinde een meetresultaat dat in overeenstemming is met de Handleiding te verkrijgen ten behoeve van de besproken oplossingsrichting. VMC wenst hieraan niet mee te werken om haar moverende redenen. Medewerking aan deze oplossingsrichting was vrijwillig omdat de mogelijke oplossing zou kunnen resulteren in besluitvorming buiten het bestek van deze procedure. Daarom respecteert de rechtbank dit standpunt van VMC, verbindt hieraan geen conclusies en ziet de rechtbank geen aanleiding VMC te verplichten om alsnog medewerking te verlenen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen 13 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 165,00 aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 2.617,40: