Op 26 april 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling en bedreiging. De zaak vond plaats in 's-Hertogenbosch en was het resultaat van een incident op 28 december 2015 te Eindhoven, waarbij de verdachte het slachtoffer met een mes in het bovenbeen heeft gestoken. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot zware mishandeling, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk zwaar lichamelijk letsel wilde toebrengen. Wel werd hij veroordeeld voor mishandeling, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk het slachtoffer had mishandeld door met een mes in haar been te steken, wat leidde tot letsel en pijn. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder behandeling bij een GGZ-instelling en toezicht door de reclassering.