Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
Het oordeel van de rechtbank.
DE UITSPRAAK
vrij.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 26 april 2016 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een gas/alarmpistool. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 18 maart 2016, en de zitting vond plaats op 13 april 2016. De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een wapen van categorie III, te weten een gas/alarmpistool van het merk Reck, model Miami 92F, kaliber 9 millimeter P.A.K., op of omstreeks 2 juni 2015 te Eindhoven.
Tijdens de zitting heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. De verdediging heeft eveneens aangevoerd dat de verdachte zich niet bewust was van de aanwezigheid van het wapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat tijdens een zoeking op 2 mei 2015 in de woning van de verdachte, in de slaapkamer van zijn zoontje, het gas/alarmpistool werd aangetroffen. De verdachte verklaarde het wapen nooit eerder te hebben gezien en vermoedde dat het wapen afkomstig was van een persoon die enige tijd bij hem had gelogeerd.
De rechtbank oordeelde dat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het wapen. Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. De rechtbank heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van de tenlastelegging.