In deze zaak, uitgesproken op 21 april 2016 door de Rechtbank Oost-Brabant, is er een geschil ontstaan tussen de besloten vennootschappen [C.] Constructie en [C.] Agri B.V. (eisende partij) en de maatschap [de maatschap v. R] en de personen [mevrouw Van R.] en [de heer Van R.] (gedaagde partij) over de uitvoering van een serviceovereenkomst. De eisende partijen vorderen betaling van openstaande facturen en het verwijderen van een tekst die op het dak van de stal van de gedaagde partij was aangebracht. De gedaagde partij heeft een tegenvordering ingesteld, waarin zij stelt dat de serviceovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden en vordert schadevergoeding wegens tekortkomingen in de dienstverlening van de eisende partijen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een serviceovereenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen, waarbij de eisende partijen verantwoordelijk waren voor het onderhoud van de geleverde melkrobots. De gedaagde partij heeft echter gesteld dat de melkrobots niet naar behoren functioneerden en dat de eisende partijen in verzuim waren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde partij haar betalingsverplichtingen heeft opgeschort op grond van de tekortkomingen van de eisende partijen. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisende partijen afgewezen en de gedaagde partij in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de tekortkomingen van de eisende partijen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde partij niet onrechtmatig heeft gehandeld door de tekst op het dak aan te brengen, omdat er geen bewijs is geleverd dat de eisende partijen schade hebben geleden door deze actie. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en de beslissing over de proceskosten is eveneens aangehouden.