Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 maart 2016 met producties, genummerd 1 tot en met 5;
- de brief van mr. Moorman van Kappen van 8 maart 2016 met producties, genummerd 1 tot en met 31;
- de brief van mr. Kemps van 10 maart 2016 met een productie, genummerd 6;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 11 maart 2016;
- de pleitnota van mr. Kemps, tevens houdende wijziging van eis;
- de pleitnota van mr. Moorman van Kappen.
2.De feiten
2. De verzekering van toegekende rechten zal – al dan niet gedeeltelijk – door de vennootschap kunnen worden ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij, een andere kwalificerende pensioenverzekeraar, dan wel zal de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk in eigen beheer zal kunnen plaatsvinden. In het laatste geval zal de vennootschap jaarlijks een bedrag reserveren, voldoende te achten om daaruit de tegenover de werknemer ( [eiser] ) ontstane verplichtingen te dekken.
De man verplicht zich om binnen 6 weken na inschrijving van de onderhavige echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand ervoor te zullen zorgdragen dat het in de Wet Verevening Pensioenrechten genoemde formulier wordt ingezonden aan voornoemde vennootschap met inachtneming overigens van de door de vrouw eventueel uitgesproken voorkeur voor conversie en de man garandeert vervolgens, zowel voor zich als voor de vennootschap, dat de vennootschap vervolgens binnen 6 weken daarna schriftelijk opgave doet aan de vrouw van haar aanspraken.
De voorziening is gewaardeerd op fiscale grondslag conform ontwerprichtlijn 271.3.. Om deze verplichting te verzekeren zou per 31 december 2014 een bedrag van circa EUR 1.174.659,-- noodzakelijk zijn.
- derdenbeslag onder F. van Lanschot Bankiers N.V. te ’s-Hertogenbosch. Dit beslag heeft voor een bedrag van € 340.039,82 doel getroffen;
- derdenbeslag onder ABN AMRO Bank N.V te Amsterdam. Dit beslag heeft voor een bedrag van € 1.737,41 doel getroffen;
- beslag op roerende zaken, meer specifiek de inboedel van [eiser] ;
- beslag op twee aan [eiser] in eigendom toebehorende onroerende zaken, te weten [adres] en [adres] .
3.Het geschil
Bij de echtscheiding in 1991 is het pensioen van [eiser] verevend. Omdat er geen conversie heeft plaatsgevonden en het daartoe strekkende formulier door toedoen van [eiser] niet tijdig is ingeleverd, heeft [gedaagde] ten aanzien van het verevende ouderdomspensioen een aanspraak jegens [eiser] . De pensioenuitvoerder betaalt slechts uit aan degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd indien het formulier binnen twee jaar na de scheiding is ontvangen. Dat is niet gebeurd, waardoor [eiser] het volledige pensioen zal ontvangen en aan [gedaagde] haar deel zal moeten doorbetalen.
[eiser] heeft in strijd gehandeld met hetgeen in artikel 7 lid 2 van de pensioenbrief van 22 december 1995 is bepaald. Volgens [gedaagde] heeft Terratorium B.V. verzuimd om jaarlijks een bedrag te reserveren dat voldoende zou zijn om de daaruit voortvloeiende pensioenverplichtingen jegens [eiser] te dekken, en kan dit verzuim [eiser] persoonlijk worden verweten.
4.De beoordeling
4.5. Het gaat in deze zaak alleen om het beslag dat [gedaagde] ten laste van [eiser] heeft gelegd. De rechtsverhouding tussen [gedaagde] en [eiser] staat centraal.
Voorop staat dat alle in deze kwestie relevante pensioenrechten door [eiser] en [gedaagde] zijn opgebouwd jegens Terratorium B.V. en dat de voor de uitbetaling van het pensioen benodigde gelden in beginsel uit het vermogen van Terratorium B.V. moeten komen. In dit kort geding staat niet ter discussie het in het beslagverlof van 2 september 2015 besloten oordeel, dat summierlijk van het vorderingsrecht van [gedaagde] jegens Terratorium B.V. is gebleken. Dat betekent echter nog niet dat [gedaagde] ook een vordering zal blijken te hebben op [eiser] in privé en dat [eiser] in privé gehouden zal zijn om aan [gedaagde] (al dan niet bij wijze van schadevergoeding uit onrechtmatige daad) reeds circa zeven jaar vóór de ingangsdatum van zijn ouderdomspensioen alle pensioenrechten voor van [gedaagde] uit privé-middelen te financieren.